Gespreksvragen
• Blik eens terug op de voorbije periode dat je in een Don Boscoschool werkzaam was.
Wanneer had je echt het gevoel aan assistentie te doen? Illustreer.
• Welke tips van ervaren collega’s hebben je geholpen om assistentie op te nemen.
• Assistentie wordt gemakkelijk geassocieerd met de speelplaats. Kan je ook voorbeelden
geven van hoe je assisterend kan lesgeven? Welke ervaringen heb je hiermee?
• Heb je al mogen ervaren dat een assisterende aanpak een meerwaarde inhoudt voor de
leerlingen en voor jou als leerkracht? Illustreer.
• Heeft jouw school een ‘assistentiebeleid’? Kan je de krachtlijnen daarvan samenvatten?
• Verduidelijk: ‘Assistentie is meer dan toezicht houden.’
• Sta eens een ogenblik stil bij je praktijk als leerkracht/opvoeder. Hoe zou jij in je eigen
woorden ‘assistentie’ omschrijven?
• Wat vind je van de uitspraak ‘Assistentie is ruimer dan wat je al dan niet doet in
aanwezigheid van de leerlingen’?
• Kan ‘lesvoorbereiding’ een vorm van assistentie zijn?
• Kan je bij het niet naleven van afspraken nog een assisterende stijl hanteren?
Illustreer je visie met concrete voorbeelden.
• ‘Jongeren zijn seismografen die volwassenen appelleren en aansporen om niet in een
verstard denken te blijven hangen.’ (Opvoedingsproject p. 52) Heb je je eigen opvattin-
gen, waardepatroon, overtuiging, ... al eens in vraag gesteld na een confrontatie met
jongeren?
• Opvoeden als voordoen-in-dialoog vraagt dat je voor je opvattingen, waardepatroon,
zingevingskader, ... uitkomt. Durf je dit? Wat maakt dit (on)mogelijk?
Zijn er in jouw ogen grenzen aan assistentie? Welke? Hoe hanteer je die?
• Het opvoedingsproject beklemtoont dat opvoeden vooral gebeurt in het dagelijkse
omgaan met elkaar. Kan je dit concreet illustreren?
• Waar sluit ‘assistentie’ al dan niet aan bij de leerinhouden die je meekreeg tijdens je
opleiding?
• Welke factoren helpen je om met jongeren in gesprek te gaan?
• Welke eigenschappen van de leerkracht/opvoeder zijn belangrijk bij een kwalitatieve
aanwezigheid?
• Wat betekent ‘authenticiteit’ voor jou? En welke mogelijkheden worden er in de
opvoedingscontext door gecreëerd?
• Blik eens terug op de voorbije week en illustreer uit je praktijk het belang van
aanspreekbaar en beschikbaar te zijn.
• Kan je voorbeelden geven van het belang van vertrouwen in het kader van de relatie
leerkracht leerlingen? Hoe ga je ermee om als het vertrouwen in jouw relatie met de
jongeren wordt geschonden?
• Vind je het gemakkelijk om aanknopingspunten te vinden in de leefwereld van de
jongeren?
• Hoe ga je ermee om wanneer jongeren je afwijzen?
• Blik eens terug naar de momenten dat je speels met de jongeren bent omgegaan.
Wat heeft dit (on)mogelijk gemaakt?