6 Hilde Bosmans
der was verzekeringsmakelaar. Ze was een intelligente jonge vrouw, die gestu-
deerd had aan het “OLV van Vlaanderen” instituut te Kortrijk. Ze had geen
sterke gezondheid, maar haar fysieke zwakheid belette niet dat ze een onafhan-
kelijk en actief leven leidde op cultureel of sociaal vlak. Haar vader leerde haar
autorijden, ze werd zijn chauffeur die hem naar zijn klanten voerde. Op die ma-
nier leerde ze ook zijn cliënten kennen en vergrootte ze haar kennissenkring.
Haar schoonbroer, de heer G. Rodenbach, een gekend industrieel van Kor-
trijk, bracht haar in contact met het Winterhulp comité, dat toen geleid werd
door de deken E.H. De Jonckheere en de Heer De Taye. Ze werd de secretaresse
van het comité. Met toestemming van de zusters, werd haar de verantwoordelij-
kheid van de kolonie in 1942 toevertrouwd. Dankzij haar relaties met belangrij-
ke personen uit de omgeving kon zij een sterke impuls aan het werk geven.
Op 26 maart 1944 werd de stad Kortrijk getroffen door een zwaar bombar-
dement.17 Het huis van de zusters bleef als bij wonder gespaard. Het ouderlijk
huis van juffrouw Lamoral daarentegen werd helemaal verwoest en haar vader
verloor het leven bij het bombardement.18 Jw Lamoral verhuisde toen naar het
17 http:://www.ethesis.net/kortrijk_collaboratie/deel 3 .MAYER RUBEN, Tussen bevolking
en bezetter, tussen collaboratie en verzet. Gemeentebesturen tijdens de tweede wereldoorlog:
Kortrijk en Rollegem 1940 – 1944, Katholieke Universiteit Leuven, Scriptie Academiejaar
2001 – 2002. In 1944 werden de bombardementen nog opgevoerd, de sirenes loeiden bij-
na dagelijks en het openbare leven viel langzaam aan stil. Op Passiezondag, 26 maart
1944, stortten naar schatting 300 bommenwerpers zich op Kortrijk. Het resultaat: meer
dan 200 doden, honderden vernielde en duizenden beschadigde woningen.Er was een gi-
gantische luchtoorlog aan de gang boven België en Kortrijk werd daar één van de grootste
slachtoffers van. De stad ging over tot de planning en constructie van betonnen schuil-
plaatsen en loopgraven om de bevolking beter te kunnen beschermen. De Kortrijkzanen
zelf trokken ‘s avonds in grote aantallen de stad uit om de nacht door te brengen in de
minder bedreigde randgemeenten. De bouw van de schuilplaatsen liep niet van een leien
dakje, want de schaarste aan grondstoffen was groot. De loopgraven werden echter in een
razendsnel tempo aangelegd, zelfs nog vóór de toelating van de hogere overheid hiervoor
verkregen werd. De grote vrees voor nieuwe aanvallen op korte termijn bleek helaas gewet-
tigd: op 21 juli 1944 werd Kortrijk naar het stenen tijdperk gebombardeerd. Twee bijzon-
der zware aanvallen volgden op elkaar en legden 2/3de van de stad in de as. Maar liefst 23
brandweerkorpsen en 26 ploegen voor passieve luchtbescherming van naburige gemeenten
moesten de Kortrijkse hulpdiensten komen versterken. Opnieuw vielen bijna 200 doden
en de materiële schade was enorm: het stationgebouw en de Grote Hallen waren zelfs met
de grond gelijk gemaakt. Een normaal bestuur van de stad was niet meer mogelijk en tot
lang na de bevrijding was het improviseren geblazen om de talrijke geteisterde inwoners
van voedsel, medische hulp, kledij en een onderkomen te voorzien
18 Kronieken Sint Anna , Kortrijk, 26 maart 1944: «Dimanche de la passion: vers 9
heures du soir la ville de Courtrai est victime d’une bombardement terrible. Nos enfants
étaient couchés , ils sont descendues dans le couloir en bas, assez calmement malgré les se-
cousses effrayantes et les éclairs répétés. Ils priaient avec grande ferveur, inventant eux-mê-
mes des invocations à Marie Auxiliatrice et à Don Bosco. Nous sommes visiblement proté-
gées. Les bombes sont tombées autour de notre hameau, même ici sur la grande route à
cinq minutes de notre maison. Il n’y q que quelques carreaux cassés chez nous. Mais en
ville, quel pénible désastre ! Des rues entières détruites avec toutes les maisons, plusieurs