Atti 407-chavez-PJ-nl


Atti 407-chavez-PJ-nl

1 Pages 1-10

▲back to top

1.1 Page 1

▲back to top
Akten
van de
Algemene Raad
91e jaargang * mei – augustus 2010
Nr. 407
Akten 407 * 1

1.2 Page 2

▲back to top
Uitgave S.D.B. – 2010
Direzione Generale Opere Don Bosco
Via della Pisana 1111
Casella Postale 18333
00163 Roma
Vertaling
Correctie
Vormgeving
: Gaston De Neve
: Adriaan De Cooman
: Jos Biesmans
2 *Akten 407

1.3 Page 3

▲back to top
Hij voelde medelijden met hen,
want zij waren
als schapen zonder herder,
en Hij begon
hen uitvoerig te onderrichten”
(Mc 6, 34)
DE SALESIAANSE JEUGDPASTORAAL
Pascual Chávez V
Akten 407 * 3

1.4 Page 4

▲back to top
Inhoud
1. HET PARKOERS VAN DE CONGREGATIE BIJ DE UITWER-
KING VAN DE SALESIAANSE JEUGDPASTORAAL NA HET
TWEEDE VATICAANS CONCILIE
1.1 Een lang parkoers
1.1.1 De eerste stappen: van het 19de AK (1965) tot het
21ste AK(1978)
1.1.2 De uitwerking van de richtlijnen van het 21ste AK
gepromoot door het dicasterie (1978-1990)
1.1.3 De Algemene Kapittels: 23ste AK (1990) en 24ste AK
(1996)
1.2 De grote doelstellingen van dit parkoers
1.2.1 Een steeds grondiger perceptie van de nieuwe situ-
atie van de jongeren
1.2.2 Een poging tot herformuleren van de traditionele
pedagogische en pastorale inhouden en modalitei-
ten
1.2.3 Uitbreiding van het actieveld als antwoord op de
nieuwe situatie
1.2.4 Hernieuwing van de animatie- en beheersstructuren
in de congregatie en in de provincies
1.2.5 Het brandpunt van onze aandacht: de kwaliteit van
de pedagogisch pastorale actie
2. DE HUIDIGE SITUATIE
2.1 Het kennen en assimileren van het pastoraal model
2.2 Een systematischer contact tussen de dicasteries en
de provinciale ploegen van de jeugdpastoraal
2.3 Enkele aspecten van de pastorale vernieuwing
4 *Akten 407

1.5 Page 5

▲back to top
3. DE DIVERSE SECTOREN VAN DE SALESIAANSE JEUGD-
PASTORAAL
3.1 De Oratorio’s en de jeugdcentra
3.2 De aan de salesianen toevertrouwde parochie
3.3 De school en de wereld van de formele opvoeding
3.4 De beroepsopleiding en de voorbereiding op het
werk
3.5 De universitaire wereld: het door de IUS (salesiaanse
universitaire instituten) en andere vormen van univer-
sitaire aanwe zigheid afgelegde parkoers
3.6 De aandacht voor de gemarginaliseerde jeugd
3.7 Andere aanwezigheden en kleinere jeugddiensten
4. TOEKOMSTPERSPECTIEVEN VOOR DE SALESIAANSE
JEUGDPASTORAAL
4.1 De inspanning voortzetten van het assimileren en in
praktijk brengen van het model van de salesiaanse
jeugdpastoraal
4.2 Een evangelisatiepastoraal die duidelijk gericht is op
het ver kondigen
4.3 De roepingendimensie uitdiepen en versterken in elk
pastorale aanbod
4.4 Een bijzondere aandacht voor de armere en de risi-
cojongeren als kenmerk van elke salesiaanse aan-
wezigheid en werk
4.5 Onze aanwezigheden opnieuw omschrijven om ze
beteke nisvoller te maken, d.w.z. “nieuwe aanwezig-
heden”
4.6 Een pastorale animatie die steeds beter verbonden
en gecoördineerd is tussen de diverse dicasteries, in
het bijzonder de dicasteries van de salesiaanse zen-
ding: jeugdpastoraal, sociale communicatie en mis-
sies
BESLUIT
Akten 407 * 5

1.6 Page 6

▲back to top
Rome, 25 april 2010.
Zondag van de Goede Herder
Beste medebroeders,
Ik kom hier bij jullie terug met wensen voor een gena-
devolle tijd in het licht van de verrijzenis van de Heer Je-
zus, die door zijn paasmysterie de geschiedenis volop
vreugde en hoop gegeven heeft. Daarvan zijn wij de ge-
tuigen. Dat is onze roeping en zending: “op stap gaan
met de jongeren om ze bij de verrezen Christus te bren-
gen, opdat zij uitgroeien tot nieuwe mensen door in Hem
en in het evangelie de diepste zin van hun bestaan te
ontdekken”(C 34).
In het laatste nummer van de AAR (406) heb ik jullie de
jaarspreuk voor 2010 aangeboden. Kort daarna heb ik jul-
lie opnieuw geschreven om een beroep te doen op de
broederlijke solidariteit voor onze medebroeders in Haïti.
Na mijn bezoek aan dat beproefde volk heb ik me op-
nieuw tot jullie gewend om mijn ervaring en mijn inschat-
ting van de situatie mee te delen en aan allen het herop-
bouwproject te laten kennen. Ik hernieuw de uitdrukking
van dankbaarheid voor het edelmoedige antwoord van
alle provincies en voor de talrijke initiatieven van de hui-
zen en de werken om de pedagogische gemeenschap-
pen te betrekken bij de inzet tot het geven van een ge-
zicht aan de Voorzienigheid zodat het Haïtiaanse volk ge-
holpen wordt om uit de ruïnes op te staan en nieuwe
mannen en vrouwen aan te brengen.
Natuurlijk zijn er in de congregatie andere belangrijke
en betekenisvolle gebeurtenissen geweest zoals de een-
6 *Akten 407

1.7 Page 7

▲back to top
making van de provincies van Argentinië op 31 januari
2010, maar daar wil ik niet bij stilstaan, ook omdat via ANS
steeds meer informatie iedereen tijdig bereikt.
Ik ga echter onmiddellijk over tot de presentatie van
deze brief. Literair gezien is die erg verschillend van de
drie voorgaande (die over de 150ste verjaardag van de
stichting van de congregatie (AAR 404), die voor het
eeuwfeest van het afsterven van don Rua (AAR 405) en
die voor de jaarspreuk over de evangelisatie (AAR 406),
maar hij is even belangrijk of misschien nog belangrijker. In
de eerste plaats heeft dat te maken met onze zending
die, zoals artikel 3 van de constituties zegt: “Aan heel ons
bestaan zijn concrete kleur geeft, de taak omschrijft die
we in de Kerk vervullen en de plaats bepaalt die we on-
der de religieuze families innemen”. Maar vooral, omdat
wij gehoorzamend aan de eis van het 26ste AK een her-
denken van onze pastoraal aan het uitwerken zijn.
Ik denk dat de reflectie die men in de UPS, in andere
studiecentra van de congregatie en in de provincies aan
het doen is een referentiepunt zal vinden in mijn presenta-
tie van de salesiaanse jeugdpastoraal Inderdaad, in deze
brief breng ik samen wat er in de congregatie gedaan
wordt en hoe de salesiaanse jeugdpastoraal zou moeten
uitgewerkt worden. Maar ik zou willen helpen om het
waarom te begrijpen.
Het Bijbelcitaat dat ik uitgekozen heb om deze brief in
te leiden lijkt me heel verduidelijkend. In tegenstelling tot
de gekende passage van hoofdstuk 10 in het Johannese-
vangelie, waar Jezus zichzelf voorstelt als de Goede Her-
der, hebben we in de tekst van Marcus 6,30-34 een con-
crete manifestatie van de pastorale geest, het hart en de
handen van Christus.
Bij het zien van de grote massa die op Hem wacht,
zegt de evangelist dat Jezus “medelijden voelde voor
hen, omdat zij als schapen zonder herder waren, en dat
hij hen uitvoerig begon te onderrichten”.
En zijn emotie als goede herder drukt zich allereerst uit
in het “uitvoerig onderrichten” en pas daarna in het ver-
Akten 407 * 7

1.8 Page 8

▲back to top
menigvuldigen van het brood en het voeden van die
menigte.
Dat betekent dat voor Jezus de eerste reactie van het
pastorale medelijden de evangelisatie is, die nochtans
niet te scheiden is van het bevredigen ook van de primai-
re behoeften van de mensen, zoals het eten.
Ik tracht een duidelijke en coherente visie te brengen
van de huidige toestand van de salesiaanse jeugdpasto-
raal. Van meet af aan zeg ik jullie dat deze tekst een stu-
dieobject zou moeten zijn voor de provinciaals, de pro-
vinciale raden, de directeurs en de medebroeders in
vorming. Ik heb de indruk dat het pastorale model van de
congregatie niet voldoende gekend is, en nog minder
aanvaard, zelfs in de meer dynamische provincies en bij
de ijverigste pastorale werkers. Ik ben ervan overtuigd dat
in de congregatie een authentieke ‘culturele revolutie’ op
het getouw moet gezet worden die tegelijk een echte ‘te-
rugkeer’ tot de jongeren zou zijn. Ik wens dus dat de pre-
sentatie van onze salesiaanse jeugdpastoraal gelezen
wordt met de blik van Jezus die ons leert te kijken naar
wat zelfs diegenen niet zien die naar Hem kijken, dat wil
zeggen, het in de steek gelaten worden, het gebrek aan
gidsen, met wie de jongeren vandaag moeten leven. Zo
zal onze pedagogisch pastorale actie godservaring wor-
den, manifestatie dat “God liefde is”.
1. HET PARKOERS VAN DE CONGREGATIE IN DE UITWER-
KING VAN DE SALESIAANSE JEUGDPASTORAAL NA VATI-
CANUM II
De salesiaanse pedagogiek en catechetiek werd ge-
structureerd volgens het oratoriomodel van Valdocco
waar, om in de behoeften van de jongeren te voorzien,
de volgende dingen tot ontwikkeling kwamen: een huis
om jongeren zonder familie of van hun familie verwijderd
op te vangen, beroepsscholen om een beroep aan te le-
ren, en een school voor de leerlingen die literaire of we-
tenschappelijke studies aan konden.
8 *Akten 407

1.9 Page 9

▲back to top
De animatie van die werken werd aan enkele perso-
nen toevertrouwd die de kern vormden van een gemeen-
schap: de directeur, centrum van eenheid en gids van de
gemeenschap bij haar pedagogisch pastorale inzet; de
prefect, eerste medewerker van de directeur en verant-
woordelijk voor de administratie; de studiemeester, ver-
antwoordelijk voor de tucht en het academische en or-
ganisatorische aspect; de catechist, die het religieuze as-
pect, de catechetische vorming, de groepen animeerde.
Dat model bepaalde de ontwikkeling van de pedagogi-
sche werken van de congregatie en werd in de Constitu-
ties en Algemeen Reglement vastgelegd tot het jaar 1872.
In de laatste 50 jaar liet zich de behoefte voelen om
het model aan te passen aan de nieuwe sociale situatie.
Zo begon een parkoers van opnieuw bedenken en her-
nieuwen van de pedagogische en pastorale praktijk, wat
ons tot het huidige pastorale model gebracht heeft.
1.1 Een lang parkoers
1.1.1 De eerste stappen: van het 19de AK(1965) tot het
21ste AK (1978)
Het 19de AK betekende de eerste fase van commu-
nautaire bewustwording in de congregatie met betrek-
king tot de verandering die aan de gang was op het ge-
bied van de jeugd en tot de noodzaak om de traditionele
pedagogisch pastorale praktijk te herwerken. Het begon
met enkele partiële retoucheringen, maar men probeer-
de vooral een eerste hernieuwing van de centrale anima-
tie- en beheersstructuren om die beter aan te passen aan
de nieuwe situatie, maar trouw blijvend aan de originele
aanzet.(1)
Tot op dat ogenblik waren de animatie- en beheers-
structuren van de congregatie gestructureerd volgens de
voornaamste activiteitssectoren: een raadslid van de
hoofdraad belast met de scholen, een andere met de
professionele vorming, de catechist die de animatie co-
ordineerde van de godsdienstige aspecten en van de
Akten 407 * 9

1.10 Page 10

▲back to top
christelijke vorming… Het 19de AK aanvaardde, ad expe-
rimentum tot aan het volgende algemeen kapittel, een
structuur van mondiale animatie die een meer unitaire vi-
sie liet zien van de salesiaanse pastoraal door het be-
noemen van een raadslid voor de jeugdpastoraal die de
verantwoordelijkheid op zich nam voor de animatie van
alle sectoren van de salesiaanse pastoraal in de verschil-
lende werken.(2) Daarmee in overeenstemming werden
op provinciaal niveau provinciale afgevaardigden aan-
gesteld belast met de verschillende activiteiten die de stu-
die, de ontwikkeling, de organisatie en de coördinatie
behelsden.
Verwijzend naar de inhoud van de jeugdpastoraal
geeft het kapittel slechts enkele prioriteiten aan: het ora-
torio, dat degelijk geüpdatet en aangepast is zodat het
erin slaagt het grootst mogelijke aantal jongeren aan te
trekken en te dienen, met een verscheidenheid van instel-
lingen (jeugdcentra, clubs, diverse verenigingen, cursus-
sen, avondlessen)”.(3) Het werkte een specifiek document
uit voor de technische scholen en vroeg aan de provinci-
aals om “een commissie op te richten voor de opvoeding
van de jonge arbeiders met studieopdrachten, documen-
tatie en raadgeving in dienst van de huizen”.(4) Op cen-
traal vlak werd onder het voorzitterschap van het raadslid
voor de jeugdpastoraal een centrale commissie opge-
richt voor de opvoeding van de jonge arbeiders.
Het 20ste AK (BAK) heeft in zijn poging om het leven en
de zending van de congregatie te hérdenken de salesi-
aanse zending en haar doelgroepen opnieuw geformu-
leerd door de “absolute prioriteit van de jeugdpastoraal”
nogmaals te bevestigen(5); het heeft de fundamentele
pastorale attitudes voorgesteld die de salesianen moeten
leiden in hun pastorale actie(6); en heeft aangestuurd op
het openstellen van de salesiaanse aanwezigheid voor de
nieuwe noden van de jongeren door middel van “nieuwe
aanwezigheden” die de horizonten verbreden van de in
de traditionele werken gerealiseerde pastorale actie.(7)
Tezelfdertijd werd de nieuwe structuur van de centrale
10 *Akten 407

2 Pages 11-20

▲back to top

2.1 Page 11

▲back to top
animatie van de jeugdpastoraal vastgelegd door ze op te
nemen in de constituties.(8)
Het 21ste AK heeft de richtlijnen van het 20ste AK aan-
vaard, herdacht en ontwikkeld door het voorstellen van
pedagogische inhouden binnen een tot dan toe gerijpt
referentiekader; het stelde de basislijnen voor van een
pedagogisch pastoraal project dat beantwoordde aan
de situatie van de jongeren (9) en legde de strikte integra-
tie van de opvoeding en de evangelisatie vast in het sale-
siaanse opvoedkundig systeem.(10) Bovendien draagt het
de provincies op om het preventief systeem te herdenken,
de huidige jeugdtoestanden te bestuderen, op een ade-
quate manier de doelstellingen, de inhouden en de sale-
siaanse stijl in het pedagogisch pastoraal project uit te
drukken, in elk salesiaans werk de pedagogisch pastorale
gemeenschap te laten aangroeien.(11) Die richtlijnen zul-
len daarna gecodificeerd worden in de Constituties en
Reglementen van het 22ste AK.(12)
1.1.2 De uitwerking van de richtlijnen van het 22 AK ge-
promoot door het Dicasterie (1978-1990)
Het 21ste AK had de congregatie geëngageerd in een
grondige herziening van de jeugdpastoraal. Om de ge-
meenschappen en de provincies te helpen die herziening
te begrijpen en ten volle aan te nemen, hebben het
raadslid voor de jeugdpastoraal, don Juan Vecchi, en zijn
team een grote inspanning geleverd voor de uitdieping
van de basiselementen van het salesiaans pedagogisch
pastoraal project (PPP) en van de pedagogisch pastorale
gemeenschap door het aanbieden van praktische in-
strumenten om de uitwerking te begeleiden en de ver-
schillende pedagogische en pastorale programma’s in de
diverse werken te kwalificeren volgens de aanduidingen
van de kapittels.(13) Door deze instrumenten heeft het di-
casterie de provincies gericht op het kennen, aanvaar-
den en uitwerken in hun situatie van de centrale richtlijnen
Akten 407 * 11

2.2 Page 12

▲back to top
van het model van de salesiaanse jeugdpastoraal als een
unitaire en organische realiteit.(14)
We moeten erkennen dat die inspanning van reflectie,
vorming en systematische en globale communicatie door
de provincies eerder onregelmatig opgevolgd werd. Ter-
wijl enkele regio’s en provincies ze aanvaardden en expe-
rimenteerden, gingen andere om diverse redenen ge-
woon door met het vorige model terwijl ze slechts enkele
namen veranderden. In het algemeen is bij de mede-
broeders en de gemeenschappen de moeilijkheid merk-
baar om de nieuwe mentaliteit aan te nemen en de da-
gelijkse praktijk te hernieuwen.
1.1.3 De algemene kapittels: 23ste AK (1990) en 24ste AK
(1996)
Vervolgens heeft het 23ste AK het vorige parkoers van
de congregatie aangenomen en een unitair pastoraal
parkoersvoorstel aangeboden dat alle basiselementen
van het salesiaanse pedagogisch-pastorale voorstel or-
ganisch insluit.
In zijn rapport aan het kapittel over de toestand van
de congregatie zei de algemene overste: “Het terrein van
de jeugdpastoraal heeft een serieuze organische en prak-
tische bestudering nodig […] Op wereldvlak mogen we
zeggen dat het jeugdgebied het object geworden is van
algemene aanmoedigingen, maar niet van vernieuwen-
de, decisieve en praktische structurele impulsen, met inzet
van personen, middelen en dwingende oriënteringen”.(15)
Men mag bevestigen dat het 23ste AK het antwoord is op
die behoefte: een unitaire, organische en praktische voor-
stelling van heel het salesiaans pastoraal aanbod.
Het kapittel heeft aan de congregatie de basisele-
menten voorgesteld van een parkoers van salesiaanse
geloofsopvoeding die beantwoordt aan de complexe
jongerensituatie in haar diverse contexten en die in de
praktijk de synthese bewerkt tussen opvoeding en evan-
gelisatie die ons pedagogisch systeem kenmerkt; het
12 *Akten 407

2.3 Page 13

▲back to top
biedt op een dynamische en progressieve manier de cen-
trale elementen aan van de vier gebieden van het par-
koers van de geloofsopvoeding, gebieden die perfect
beantwoorden aan de vier dimensies van het salesiaans
pedagogisch pastoraal aanbod, d.w.z. het gebied van
de humane maturiteit, het gebied van de ontmoeting
met Jezus Christus, het gebied van het behoren bij de
Kerk, het gebied van het engagement voor het Rijk Gods.
(16)
Het kapittel zet ook de waarden uiteen van de salesi-
aanse jeugdpastoraal die, als een origineel project van
christelijk leven en weg tot heiliging, het einddoel en de
inspiratie vormt die heel het parkoers van de geloofsop-
voeding moet richten en steunen.(17)
Behalve de voorstelling van de inhouden, de waarden
en de fasen van het voorstel biedt het kapittel ook enkele
richtlijnen aan om het aanbod in praktijk te brengen: de
salesiaanse gemeenschap als animator van de pedago-
gisch pastorale gemeenschap, als fundamenteel subject
van het voorstel (18); een provinciale pastorale animatie
die de organische eenheid bevordert en promoot van de
diverse aspecten van de pastoraal (de provinciale afge-
vaardigde voor de jeugdpastoraal en zijn werkgroep)(19);
roepingenbegeleiding als karakteristiek element van het
parkoers (20); het belang van de sociale communicatie als
de huidige weg en methode voor de evangelisatie (21).
Na het kapittel hebben verschillende provincies zich
vol enthousiasme ingezet om de richtlijnen van het par-
koers van de geloofsopvoeding concreet in hun eigen mi-
lieu te verwezenlijken; maar vaak haalden die pogingen
weinig uit ter oorzake van de gebrekkige vorming van de
animatoren.
Het 24ste AK heeft een centraal aspect van het pasto-
rale model uitgediept, het fundamentele subject ervan,
de pedagogisch pastorale gemeenschap, waarin de sa-
lesianen en de leken samen de geest en de zending van
Don Bosco delen. In het licht van een uitgebreidere eva-
luatie van de situatie en van de in de congregatie afge-
legde weg heeft het kapittel de kerkelijke, charismatische
Akten 407 * 13

2.4 Page 14

▲back to top
en culturele motivaties gegeven die ons uitnodigen om
verder te gaan en heeft het criteria voor actie en de no-
dige praktische richtlijnen aangeboden.
Het nieuwe, zo zei de algemene overste bij het afslui-
ten van het kapittel, “komt voort uit het binnentreden van
de leken in de salesiaanse horizont en uit het inschakelen
van hun ervaring, herbekeken vanuit de kern van het cha-
risma”(22). Het kapittel nodigt ons uit om van het aanvaar-
den van leken als eenvoudige medewerkers over te gaan
tot een echte betrokkenheid (23) bij de zending, van een
praktische hulp tot een echte, authentieke medeverant-
woordelijkheid, van hoofdzakelijk functionele relaties tot
een diepere communicatie tussen personen en groepen
betreffende de waarden van de salesiaanse pedagogie
en spiritualiteit, en dat alles langs systematische trajecten
van degelijke vorming.
Op die manier heeft het 24ste AK het belang herhaald
en uitgediept van de opvoedingsgemeenschap als een
concrete vorm van realisatie van het salesiaans pedago-
gisch pastorale project door in familiegeest de jongeren,
de opvoeders, de religieuzen en de leken erbij te betrek-
ken; het heeft de specifieke rol bepaald van de salesi-
aanse religieuze communiteit bij de animatie van de op-
voedingsgemeenschap en de basiscriteria voor de salesi-
aanse pastorale vorming die ze moet bezielen.
1.2 De grote doeleinden van dit parkoers
Langs dit parkoers herbevestigt de congregatie enkele
karakteristieke elementen van haar pastorale praktijk,
waarvan ik denk dat ze belangrijk genoeg zijn om synthe-
tisch voorgesteld te worden zodat we beter het geheel
begrijpen van het fundamentele referentiekader van de
salesiaanse jeugdpastoraal.
14 *Akten 407

2.5 Page 15

▲back to top
1.2.1 Een steeds grondiger perceptie van de nieuwe situ-
atie van de jongeren
De sociale en kerkelijke sfeer en omgeving zijn grondig
veranderd. De jongeren beleven nieuwe waarden en
hebben nieuwe levenscriteria, die een echte nieuwe cul-
tuur uitmaken; de traditionele schakels van de culturele
en religieuze overlevering (het gezin, de school, de kerk…)
zijn afgezwakt en vaak in een crisissituatie. De situatie
waarin de pedagogische en pastorale taak moet vervuld
worden is heel verscheiden en verandert voortdurend. Het
is dus niet mogelijk zich te beperken tot ‘een lichtjes bij-
werken’ van de traditionele praktijken, of te denken aan
een gelijkaardig actieschema voor allen.
Met dat bewustzijn begint zich een “nieuwe” salesi-
aanse aanwezigheid onder de jongeren(24) af te tekenen,
een “nieuwe evangelisatie”,(25) een “nieuwe opvoeding”,
(26) zelfs een “nieuw preventief systeem”.(27) Met die ver-
klaringen wil men de noodzaak uitdrukken om de inhou-
den en het voorstel van de salesiaanse pedagogie en
pastoraal te herdenken als antwoord op de nieuwe situa-
tie van de jongeren.
1.2.2 Een poging tot herformuleren van de traditionele
pedagogische en pastorale inhouden en methodes
De herhaalde en dringende oproepen van de kerk om
de catechese en de christelijke vorming te vernieuwen,
vooral die van de jongeren in sterk geseculariseerde mili-
eus, door prioriteit te verlenen aan de evangelisatie en de
hernieuwde verkondiging van Jezus Christus, evenals de
ervaring van de ontoereikendheid van veel voorstellen in
onze opvoedkundige milieus, doen ons de dringende
noodzaak inzien om de inhouden en methodes van de
geloofsopvoeding grondig te herzien, in het bijzonder in
betrekking met enkele fundamentele punten:
Akten 407 * 15

2.6 Page 16

▲back to top
* Bovenal de eenheid en volledigheid van het peda-
gogisch pastoraal aanbod, door de fragmentering
te vermijden van een praxis die de pastoraal be-
schouwt als een sector (‘het religieuze aspect’) die
toegevoegd wordt aan de andere sectoren van
het pedagogische handelen, eerder dan de kwali-
teit die het hele voorstel kenmerkt. Het pastoraal
handelen beschouwen als een organische eenheid
betekent het inzien als een uniek proces waarin de
verschillende samenstellende elementen zich on-
derling schikken en kwalificeren, en zo samen bij-
dragen tot het bereiken van dezelfde doelstelling,
die bestaat in de integrale ontwikkeling van de jon-
gere, opgevat in de totaliteit van zijn of haar wezen.
Een uitdrukking van die eenheid is het enge ver-
band dat er bestaat tussen de vier dimensies van
de salesiaanse pastoraal (de pedagogische, de
evangeliserende, de associatieve en de roepin-
gendimensie). Die vier moeten gezien en ontwikkeld
worden in nauw verband met elkaar, in het bijzon-
der de opvoeding en de evangelisatie: een op-
voeding die de religieuze zin van het leven ontwik-
kelt, en het proces van de evangelisatie openstelt
en bevordert, en een evangelisatie die aan de op-
voeding een model voorstelt van volledig geslaag-
de menselijkheid en die in haar uitwerking de pe-
dagogische dynamiek respecteert.
* De communautaire zin van het salesiaanse voorstel,
dat ontstaat in een gemeenschap en die gemeen-
schap schept. De pedagogisch pastorale gemeen-
schap, waarin de salesianen en de leken samen de
salesiaanse geest en zending delen, is het echte
subject van de salesiaanse pastoraal. In die bredere
opvoedingsgemeenschap neemt de salesiaanse re-
ligieuze gemeenschap specifieke taken op van ge-
16 *Akten 407

2.7 Page 17

▲back to top
tuigenis, animatie, verbondenheid en vorming, zoals
het 24ste AK dat bevestigt.(28)
* Een projectmentaliteit. Hoewel het opstellen van
het pastoraal- pedagogisch project al in 1978 van
de provincies geëist werd,(29) dat het zes jaar later
gecodificeerd werd in het Algemeen Reglement,
(30) en door het dicasterie uitgediept werd met een
geheel van richtlijnen die de inhouden en de me-
thodologie ervan verduidelijkten, is de concrete
uitwerking niet gemakkelijk geweest. De gemeen-
schappen slaagden er niet in om te begrijpen dat
het niet zozeer ging om het opstellen van een do-
cument waarin de veelvuldige activiteiten en inter-
venties voorkwamen die men in het opvoedings-
werk wilde ontwikkelen, maar vooral om de organi-
satie en coördinatie ervan op zo’n manier dat een
progressief parkoers opgemaakt werd naar concre-
te en evalueerbare objectieven, met duidelijke op-
ties voor prioriteit en opvolging. Zonder die project-
mentaliteit slaagde het project er inderdaad niet in
om de dagelijkse praktijk te begeleiden en te oriën-
teren.
* Een animatiestijl die in de nieuwe jongerensituatie
enkele centrale elementen aanduidt van het pre-
ventief systeem: een stijl van aanwezigheid onder
de jongeren die de interpersoonlijke relaties belang-
rijker acht dan de institutionele, een begeleiding die
vooral zorgt voor het uitdiepen van de motivering
van de richtlijnen veeleer dan het louter naleven
ervan, een benadering die verbondenheid schept
en convergentie rond een samen gedeeld project
veeleer dan vermenigvuldiging van initiatieven.
Akten 407 * 17

2.8 Page 18

▲back to top
1.2.3 Verbreding van het werkterrein als antwoord op de
nieuwe situatie
Door de crisis van de traditionele pedagogische dien-
sten komen nieuwe plaatsen en nieuwe ervaringen naar
voren, die voor de jongeren betekenisvol worden en in
staat zijn waarden en levensstijlen door te geven. Door
het verlengen van de jeugdperiode ontstaan er ook
nieuwe vormingsmogelijkheden en betrokkenheid; een
progressief meer geseculariseerd milieu en de talrijker
wordende marginalisatie van jongeren bieden nieuwe
uitdagingen en openen nieuwe opleidingsmogelijkheden
voor de jongeren.
Om die reden ontstaan overal nieuwe aanwezigheden
die nieuwe vormen van benadering en ontmoeting uit-
proberen zowel op het gebied van marginalisatie van de
jongeren als op het terrein van het verenigingsleven, dat
rond 1988 openbloeide als salesiaanse jeugdbeweging
(SJB); er ontstaan ook centra voor jeugdpastoraal en ca-
techese, initiatieven van sociale communicatie gericht tot
de jongeren om het nieuwe taalgebruik en de uitdruk-
kingswijzen van de jeugd te ontwikkelen, spiritualiteitscen-
tra, een grotere aandacht voor de universitaire jeugd
door middel van pensionaten en jeugdcentra voor hen,
het ontwikkelen van het missionaire vrijwilligerswerk, enz.
Al lijken sommige van die nieuwe aanwezigheden in
het begin op het evenbeeld of soms op tegenstellingen
van de traditionele aanwezigheden, toch worden ze stil-
aan door de provincies aangenomen en in hun pedago-
gisch pastorale projecten ingeschakeld. Meer nog, het
thema van de “nieuwe aanwezigheid” wordt uitgebreid
toegepast op alle werken, wat de vernieuwing stimuleert
van hun pastorale praktijken zodat ze nieuwe vormen
worden van aanwezigheid en van pedagogische dienst
aan de jeugd.
Dit nieuwe type aanwezigheid vereist een nieuwe pe-
dagogische en pastorale benadering, een nieuwe relatie
met de kerkelijke gemeenschap en met het territorium;
18 *Akten 407

2.9 Page 19

▲back to top
daartoe vernieuwen de provincies langzaam maar zon-
der aarzelen hun eigen aanwezigheden en trachten die
meer betekenis te geven (scholen, vakopleiding, orato-
rio’s en jeugdcentra…)
Sedert het 20ste AK kwam er een vlugge ontwikkeling
van parochiale aanwezigheden die niet langer als ‘uit-
zonderlijk’ beschouwd worden. Hun aantal steeg in de
congregatie; maar die ontwikkeling maakte het opval-
lend moeilijk om daar de nieuwe perspectieven en de
identiteit van de salesiaanse pastoraal aan te nemen. In
zijn rapport aan het 22ste AK (1984) bracht de algemeen
overste de moeilijkheden naar voren die men ontmoette
om aan onze parochiale aanwezigheden een jeugdig
aspect te geven en een positionering die coherent was
met het pedagogisch pastoraal voorstel; het werkmodel
van de jeugdpastoraal en de wegen van de geloofsop-
voeding werden niet verduidelijkt en niet in praktijk ge-
bracht.(31)
1.2.4 Vernieuwing van de pastorale animatie en beheers-
structuren in de congregatie en in de provincies
Vanaf het 19de AK voelde de congregatie de behoef-
te om de structuren van de pastorale animatie te ver-
nieuwen. In de nieuwe situatie, gekenmerkt door de
enorme verscheidenheid van milieus waarin de salesianen
werken, is het ondenkbaar dat eenzelfde programma of
praktisch werkschema overal op dezelfde manier kan
toegepast worden. De richtlijnen en het algemene refe-
rentiekader moeten door de provincies aangepakt wor-
den om ze aan de eigen situatie aan te passen, rekening
houdend met de sociale en culturele karakteristieken van
de streek. Daarom is het nodig in de provincies een pasto-
raal systeem van animatie en beheer te ontwikkelen dat
in staat is die reflectie te maken en de lokale gemeen-
schappen te begeleiden bij het in praktijk brengen van
het pastoraal model door een vlotte communicatie te
Akten 407 * 19

2.10 Page 20

▲back to top
verzekeren met de andere provincies en met het centrum
van de congregatie.
De organische eenheid van de salesiaanse pastoraal
vereist dat er een uniek referentiepunt is voor heel de pas-
toraal in haar diverse manifestaties en sectoren, d.w.z. het
raadslid voor de jeugdpastoraal op wereldvlak en de af-
gevaardigde voor de jeugdpastoraal op provinciaal vlak;
hun komt het toe de diverse sectoren en milieus van de
pastoraal te animeren en te begeleiden in eenheid en
praktische coördinatie; en daarvoor is er naast de afge-
vaardigde een werkgroep vereist die samen met hem de
verantwoordelijkheid voor de animatie deelt.
Die structuur werd reeds volledig bepaald in het 23ste
AK (32) en werd in heel de congregatie verspreid. De
moeilijkheid ligt in het doen aanvaarden door de confra-
ters van die belangrijke werking van de pastorale anima-
tie, die niet mag beperkt worden tot het organiseren van
enkele activiteiten met de jongeren of het coördineren
van enkele gebeurtenissen of sectoren, maar die de loka-
le gemeenschappen moet begeleiden bij hun poging om
het pastorale model te realiseren, door het overstijgen
van de neiging tot compartimentering en door een ster-
kere projectmentaliteit en communautaire dimensie van
de jeugdpastoraal. Daarenboven moet de afgevaardig-
de in samenwerking met zijn ploeg, alle sectoren van de
pastoraal van de provincie coördineren door ervoor te
zorgen dat overal de vier fundamentele dimensies van de
pastoraal aanwezig zijn en dat er een echte praktische
convergentie gerealiseerd wordt in dienst van dezelfde
opvoedkundige zending en van de evangelisatie van de
jongeren. Dat vereist een voltijdse afgevaardigde die in
staat is de lokale gemeenschappen te contacteren en
nauw verbonden te blijven met de pastorale animatie en
het beheer van de provincie, de provinciaal en zijn raad.
Die nieuwe regeling was niet gemakkelijk te begrijpen
en vooral in praktijk te brengen in bepaalde zones met als
gevolg een excessieve traagheid bij het assimileren en in
praktijk brengen van het pastorale model. Men heeft op-
20 *Akten 407

3 Pages 21-30

▲back to top

3.1 Page 21

▲back to top
gemerkt dat in provincies die konden rekenen op een
pastoraal animatieteam gebaseerd op de hernieuwde
criteria, op een provinciale raad die tijd besteedde aan
de pastorale reflectie, aan een voortdurend contact en
uitwisseling met het dicasterie en andere intermediaire
animatieorganismen (conferenties, nationale centra, enz.)
er inderdaad vooruitgang was in de ontwikkeling van een
dynamische salesiaanse jeugdpastoraal, die betekenisvol
was en beantwoordde aan de nieuwe toestanden.
1.2.5 Het brandpunt van de aandacht: de kwaliteit van
de pedagogisch pastorale actie
Een eerste blik op het sinds 1970 afgelegde parkoers
toont ons een vooruitgang van vooral extensieve aard.
Die was in het bijzonder vereist ter oorzake van de nieuwe
missionaire horizonten, de opkomende sociale noden, de
inschakeling van lekenkrachten in onze werken. Daardoor
is een aangroei totstandgekomen van persoonlijke wer-
ken alsook van de aanwezigheden in bijna alle provincies.
Vaak liep zo’n uitbreiding uit op het veroorzaken van
een zekere kwaliteitsvermindering in de gemeenschap-
pen, afgezwakt en belast als ze waren door organisatori-
sche en beheerstaken: en vooral heeft het de krachten
niet vernieuwd zoals verwacht.
De laatste twintig jaar in het bijzonder heeft men bij
voorkeur geïnsisteerd op het kwalificeren van de peda-
gogisch pastorale actie. In een niet gering aantal secto-
ren van de complexe maatschappij wordt kwaliteit van-
daag beschouwd als conditio sine qua non om betekenis
te hebben en ook kwantiteit te scheppen. Men heeft dus
getracht alle inspanningen voor de animatie te concen-
treren op de kwaliteit, in het bijzonder in de volgende as-
pecten:
* Zich niet tevreden stellen met een pastoraal van de
eerste stappen, van het entertainment, van het al-
gemeen aanbod voor de grotere groep of van een
Akten 407 * 21

3.2 Page 22

▲back to top
uitsluitend administratieve of managementcontrole,
maar de actie concentreren op de humane volwas-
senwording en de geloofsopvoeding, met expliciete
en krachtige projecten, door tijd en hulpbronnen te
wijden aan het systematisch volgen van groepen en
individuen, en een diversiteit van voorstellen aan te
bieden naar gelang van het bereikte resultaat…
* Een systematisch evangelisatieparkoers verzekeren
(verkondigen van Jezus Christus) en van geloofsop-
voeding, in staat de jongeren te brengen tot een
persoonlijke ontmoeting met Jezus en de Kerk; op-
voeden tot een betekenis van het leven als roeping
en tot solidaire opdrachten, die roepingen van spe-
ciaal engagement en toewijding aan de Kerk en de
salesiaanse familie verwekt en begeleidt .
* De pedagogische dimensie ontwikkelen in onze wer-
ken en in onze voorstellen, door het bevorderen van
de personalisatie van de waarden en het zoeken
naar een christelijke zin van het leven door het cul-
tuurtype te verzorgen dat wij overbrengen in de in-
houden en de gebruikte pedagogische methodolo-
gie, door de aandacht voor en de aanvaarding van
de anderen te stimuleren alsook de zorg voor het al-
gemene welzijn, door een speciale aandacht te
schenken aan de groei van de religieuze dimensie
van het individu…
* Al de werkers in de pastoraal er bij betrekken met
grotere medeverantwoordelijkheid en ze kwalifice-
ren, de salesiaanse gemeenschappen, de lekenme-
dewerkers, de jeugdleiders, enz. om hen in staat te
stellen een adequaat antwoord te geven op de pe-
dagogische en pastorale uitdagingen van de he-
dendaagse jongeren en geestdriftig en dynamisch
de zending te beleven.
Dat waren in die jaren de hoofdbekommernissen van de
pastorale animatie.
22 *Akten 407

3.3 Page 23

▲back to top
2. DE HUIDIGE SITUATIE
Tegen het einde van de jaren 80 bestond er een uit-
zonderlijk rijk en consistent patrimonium van salesiaanse
pastorale reflectie en praxis en werd de behoefte ge-
voeld om een volledig overzicht ervan te hebben en
daaruit in een organische en gezamenlijk besproken syn-
these de fundamentele punten te distilleren om de per-
soonlijke assimilatie ervan en de oriëntatie van de praxis
te vergemakkelijken. Het dicasterie van de jeugdpasto-
raal trachtte aan die behoefte te beantwoorden door
aan de provincies en de gemeenschappen de boven
genoemde organische verzameling aan te bieden en in
die jaren een systematische werkwijze in de pastorale
vorming te promoten, in het bijzonder voor de mede-
broeders die verantwoordelijkheid dragen in de animatie
en het beheer, en te insisteren op een aantal punten
waaraan we graag herinneren. (33)
2.1 Het kennen en assimileren van het pastoraal model
De verschillende provincies en gemeenschappen
hebben een merkwaardige inspanning gedaan om de
kernpunten van het pastoraal model te assimileren en in
praktijk te brengen om steeds beter te beantwoorden
aan de nieuwe behoeften van de jeugd. Op dit parkoers
heeft men enkele moeilijkheden ontmoet zoals de afstand
tussen het aantal ontvangen voorstellen en de mogelijk-
heid om die uit te voeren, het verschillende ritme waar-
mee de gemeenschappen en provincies de nieuwe pas-
torale mentaliteit assimileerden, de aangroei van de ver-
eisten en behoeften die vaak aanzette tot een uiteenlo-
pende en weinig geprogrammeerde actie die weinig
ruimte liet voor reflectie. Uit dat alles vloeide voort dat de
provincies met moeite en in beperkte mate de richtlijnen
van de congregatie konden assimileren en nog moeilijker
in praktijk brengen.
Akten 407 * 23

3.4 Page 24

▲back to top
In die jaren werd dat pastoraal model gepresenteerd
en uitgediept door al de interprovinciale teams van afge-
vaardigden voor de jeugdpastoraal door het verifiëren
van het afgelegde parkoers, het verduidelijken van de
basiselementen, in het bijzonder het begrip van de unici-
teit en het holistische aspect van de salesiaanse pastoraal
in de pluraliteit van de werken, diensten en activiteiten
door hulp te bieden om de nog erg verbreide ‘sector-
mentaliteit’ te overstijgen. Het pastorale model werd ook
bestudeerd in de bijeenkomsten van de provinciaals in de
provinciale conferenties; sommige regio’s en provincies
werden begeleid bij het bevorderen van een grotere
kennis van de basiselementen en een efficiënter pastora-
le coördinatie.
In die inspanning tot assimilatie werden echter vaak
toegevingen waargenomen om de pastoraal te reduce-
ren,( zoals wanneer ze herleid wordt tot directe actie) po-
gingen die een weinig unitaire visie promoten tussen pas-
toraal, gemeenschapsleven en spiritualiteit en het zo
moeilijk maken de eenheid te beleven tussen de roeping
en het integraal ontwikkelen van het “Da mihi animas”.
De salesiaanse spiritualiteit, concrete uitdrukking van
de pastorale caritas, is een basiselement van de salesi-
aanse pastorale actie: ze is de bron van de evangelische
vitaliteit, het criterium om de dagelijkse uitdagingen te
onderkennen en het hoofd te bieden, de bron van
geestdrift en van apostolische passie, het fundament van
eenheid tussen allen die de zending samen bespreken en
uitwerken. “Voor ons kan het herwinnen van de spirituali-
teit niet van de zending gescheiden worden… Daarom
wordt het ondenkbaar en onverdedigbaar vol te houden
dat de zending een obstakel zou zijn voor de ontmoeting
met God en voor het cultiveren van een intieme relatie
met Hem”. (34)
Op dezelfde manier is het gemeenschapsleven niet al-
leen een praktische hulp voor de efficiëntie van de pasto-
rale actie, maar een basiselement ervan: “Samen werken
en samen leven is voor ons, salesianen, een fundamentele
24 *Akten 407

3.5 Page 25

▲back to top
vereiste en een veilige weg om onze roeping waar te ma-
ken” (C 49). Zoals het 25ste AK ons herinnerde “is de eer-
ste dienst die de jongeren van ons verwachten het getui-
genis van een broederlijk leven dat een antwoord wordt
op hun vraag naar verbondenheid, een aanbod van hu-
manisering, een profetie van het Rijk, in voortdurend ver-
bonden zijn en sterk een zijn”. (35)
Spiritualiteit, gemeenschap en pastorale actie drukken
samen vanuit diverse oogpunten de rijkdom uit van onze
zending, en moeten beschouwd en beleefd worden in
voortdurende verbondenheid en sterke eenheid.
2.2 Een systematischer relatie van het dicasterie met de
teams van provinciale afgevaardigden voor de
jeugdpastoraal
Een belangrijke strategie in die poging is het promoten
geweest in alle regio’s of groepen provincies van een sys-
tematische samenwerking tussen de provinciale afge-
vaardigden met geregelde bijeenkomsten om te verifië-
ren, bestuderen en programmeren. Het veelvuldige con-
tact en de begeleiding van de provinciale teams door
het dicasterie heeft het mogelijk gemaakt de pastorale
werking van de afzonderlijke provincies te oriënteren vol-
gens de programmarichtlijnen van de zesjarige periode
en een vruchtbare verbondenheid onder hen te bevorde-
ren.
Om die relatie en dialoog tussen het dicasterie en de
teams van provinciale afgevaardigden te vergemakkelij-
ken werd een “Mondiaal raadgevend lichaam” opgericht
met vertegenwoordigers van al de interprovinciale groe-
pen afgevaardigden, die een belangrijke mogelijkheid
biedt tot reflectie en uitdieping van de basiselementen
van de pastoraal en tot bevordering van eenheid van vi-
sie en oriëntatie.
Wanneer men de afzonderlijke provincies bekijkt, con-
stateert men dat de animatiefunctie van de provinciale
afgevaardigde en zijn werkgroep beter begrepen en ge-
Akten 407 * 25

3.6 Page 26

▲back to top
apprecieerd werd, bijvoorbeeld in de keuze van de afge-
vaardigde, de continuïteit van de dienst, het verifiëren en
herdimensioneren van de provinciale werkgroep om die
praktischer en efficiënter te maken, enz…; we moeten
evenwel erkennen dat in bepaalde provincies die figuur
van de afgevaardigde nog moet versterkt worden
evenals zijn rol als coördinator van heel de pastoraal.
2.3 Enkele aspecten van de pastorale vernieuwing
* Genereuze en creatieve openheid voor nieuwe jeugd-
horizonten, vooral voor de nieuwe en oude soorten
armoede (straatkinderen, drop-outs, immigranten…),
voor de verenigingsdrang van de jongeren en het
nieuwe taalgebruik (muziek, toneel, toerisme…), voor
het vrijwilligerswerk en, in een mindere maar belangrij-
ke mate, voor het gebied van de jeugdspiritualiteit
(huizen en groepen van jeugdspiritualiteit).
In werkelijkheid zijn die sectoren nog niet ten volle geïn-
tegreerd in het Project van de provincies, ze hebben
het moeilijk om zich te coördineren met de geïnstituti-
onaliseerde aanwezigheden zoals de scholen, de pa-
rochies, enz. en vaak vereist hun beheer en organisatie
zo’n inspanning dat er voor de ermee belaste salesia-
nen weinig energie overblijft om de kwaliteit en het sys-
tematische pedagogische aanbod erin te verzorgen.
* Een hernieuwde gevoeligheid om meer pedagogische
en evangeliserende kwaliteit te geven aan het peda-
gogisch pastorale aanbod in onze werken door een
hérdenken van het preventief systeem om het aan te
passen aan de nieuwe uitdagingen in de wereld van
de opvoeding, aan de nieuwe eisen die het werk met
de risicojongeren stelt, aan de dringende noodzaak
van vernieuwing in de evangelisatie en de geloofsop-
voeding.
Maar die wil om te vernieuwen laat zich moeilijk verta-
len in programma’s en concrete werkwijzen. Inder-
26 *Akten 407

3.7 Page 27

▲back to top
daad, onze pastoraal is nog weinig missionair, d.w.z.
dat ze weinig aandacht schenkt aan de eerste ver-
kondiging en aan een vernieuwde verkondiging van
het evangelie, dat ze de manier niet vindt om zich aan
te passen aan de mogelijkheden van de grote groep
zonder nochtans de noden te vergeten van de meer
openstaande en beschikbare jongeren; het systemati-
sche ontbreekt in de roepingenpastoraal, die door de
gemeenschap geanimeerd en ingeschakeld wordt in
de gewone jeugdpastoraal. Vandaar dat de veelvul-
digheid van initiatieven die gepromoot worden er
moeilijk in slaagt om een stevig parkoers van geloofs-
opvoeding te creëren, dat de jongeren zou helpen om
die te personaliseren en in hun leven te integreren.
* Systematische procédés voor pastorale en salesiaanse
vorming van de opvoeders
In de provincies leeft de bezorgdheid voor de pastora-
le en salesiaanse vorming van de medewerkers en van
de jeugdleiders door middel van talrijke initiatieven:
vormingscursussen voor de leerkrachten in scholen en
centra voor beroepsopleiding, centra voor de vorming
van jeugdleiders, diverse bijeenkomsten binnen de
gemeenschappen en de provincies, enz. Er zijn bo-
vendien enkele centra voor de pastorale en salesiaan-
se vorming van de salesianen en de leken medewer-
kers zoals het Regionaal Centrum voor Permanente
Vorming in Quito voor de Regio Inter-Amerika, dat in
zijn programma de pastorale vorming ingeschakeld
heeft en een cursus inricht van pastorale vorming voor
de afgevaardigden en leden van de provinciale
werkgroepen van de jeugdpastoraal, het Don Bosco
Centrum in Lyon (Frankrijk) of het “Don Bosco vor-
mingscentrum” van België-Noord, enz. In samenwer-
king met de IUS en de Amerikaanse Commissie van sa-
lesiaanse scholen is men begonnen met een virtuele
cursus voor de salesiaanse vorming van de leerkrach-
Akten 407 * 27

3.8 Page 28

▲back to top
ten in de scholen volgens de richtlijnen van de tweede
continentale bijeenkomst (Cumbayà II) waaraan reeds
702 leerkrachten deelgenomen hebben.
Op dat vlak van de pastorale vorming moet meer zorg
besteed worden aan de systematiek van de voorstel-
len, hun impact op het dagelijkse leven in de werken,
de coördinatie en het samen delen van de initiatieven
en de programma’s, een opstelling van een werking
volgens het model van de salesiaanse jeugdpastoraal
die een meer unitaire en integrale visie van de pasto-
raal bevordert; bovendien moet men zorgen voor
team- en netwerking, voor het uitwerken van adequa-
te methodes om op een positieve wijze de complexi-
teit van de pastoraal het hoofd te bieden en de ‘sec-
tormentaliteit’ te bestrijden.
Het strategische objectief dat men op een bijzondere
wijze moet nastreven is de pastorale vorming van de
salesianen zodat ze animatoren kunnen worden van
het nieuwe model van de jeugdpastoraal en hun spe-
cifieke taak kunnen opnemen als promotoren en gid-
sen van de salesiaanse en pastorale vorming van de
medewerkers.(36)
3. DE VERSCHILLENDE SECTOREN VAN DE SALESIAANSE
JEUGDPASTORAAL
De salesiaanse jeugdpastoraal in een bepaald gebied
“krijgt gestalte in vele vormen die in eerste instantie be-
paald worden door de behoeften van degenen aan wie
wij ons leven wijden” (C 41) en door de milieus waarin de
jongeren leven, vooral de milieus van economische, poli-
tieke en culturele armoede. Door die pluraliteit van wer-
ken en diensten manifesteert zich haar eenheid en tezelf-
dertijd haar rijkdom. Ieder werk en structuur brengt een
eigen specificiteit aan binnen het geheel en draagt bij tot
het realiseren van het oratoriocriterium van artikel 40 van
de constituties. Om die eenheid van de salesiaanse pas-
toraal in het territorium en in de lokale kerk duidelijk uit te
28 *Akten 407

3.9 Page 29

▲back to top
drukken, moeten de diverse werken en diensten, die in
een bepaald gebied de salesiaanse aanwezigheid uit-
maken, bekeken worden in onderling verband en com-
plementariteit met elkaar.(37)
3.1 De Oratorio’s en de jeugdcentra
Het oratorio staat aan het begin en is het prototype
van elk salesiaans werk. Als dusdanig is het ook vandaag
de eerste vorm van salesiaanse aanwezigheid onder de
jongeren. Vandaag echter neemt de realiteit van het ora-
torio talrijke vormen en karakteristieken aan in een poging
om te beantwoorden aan de noden en verwachtingen
van de jongeren en zovelen als mogelijk onder hen te be-
reiken, in het bijzonder degenen die het armst en meest
behoeftig zijn.
In december 2007 telden we in de congregatie 635
feest- en weekendoratorio’s,(38) en 164 dagoratorio’s die
verschillende diensten boden aan de jongeren na de
schooluren; er waren ook 529 jeugdcentra voor adoles-
centen en jongeren; verschillende onder hen bieden aan
de werkloze jongeren en degenen die buiten het school-
systeem vallen de mogelijkheid om een basisopleiding te
volgen of zich op een werk voor te bereiden; enkele pro-
beren ook jongeren te recupereren die een ernstig soci-
aal risico lopen.
Die verscheidenheid van vormen is een grote rijkdom,
ze biedt talrijke contactmogelijkheden met de massa jon-
gens, adolescenten en jongeren en is een enorme peda-
gogische hulpbron. Maar dat brengt ook het risico mee
de dynamiek van het oratorio bijna uitsluitend op de lu-
dieke recreatieve activiteiten te concentreren en zo de
meer specifiek pedagogische vormingsaspecten te ver-
minderen. Daarom hebben verschillende provincies zich
ingezet om de identiteit van het oratorio en het jeugdcen-
trum te herzien en de originele pastorale methodologie
terug in te voeren door de salesiaanse gemeenschap en
de pedagogische gemeenschap samen met de diverse
Akten 407 * 29

3.10 Page 30

▲back to top
groepen van de salesiaanse familie erbij te betrekken. Een
opdracht die moet aangemoedigd en begeleid worden.
We willen ervoor zorgen dat het oratoriocentrum open-
staat voor alle jongeren, in het bijzonder voor de armste
en de risicojongeren, die er niet in slagen in andere pe-
dagogische structuren en projecten opgenomen te wor-
den, zodat het oratorio het missionaire grensgebied wordt
van de christen gemeenschap. We zoeken een pastorale
methodologie die erin slaagt aan de onmiddellijke be-
hoeften van de grote massa jongeren te beantwoorden,
zonder echter de meer formele en veeleisende voorstel-
len te vergeten voor jongeren die bereid zijn een diep-
gaand vormingsparkoers te volgen.
Het milieu zelf van het Oratorio van Valdocco bood de
besten formele voorstellen tot vorming en christelijk enga-
gement aan, terwijl het ook beantwoordde aan de be-
hoeften tot vermaak en elementaire vorming aan de
meerderheid van de jongeren. Meer zelfs, het bezat een
dynamiek die in de jongeren het verlangen opwekte om
de eigen vorming te laten groeien en verdiepen door van
de eenvoudige sportieve of instructieve behoeften over
te gaan tot systematische en grondige engagementen
van humane en christelijke vorming, van een consumen-
teningesteldheid naar een ingesteldheid van eersterangs-
spelers en animatoren in de activiteiten en scheppers van
een pedagogisch milieu in dienst van hun kameraden.
Hoe kunnen we vandaag in onze oratoriomilieus die ken-
merken van het allereerste begin reproduceren?
Een andere uitdaging waaraan we het hoofd willen
bieden is het oratoriojeugdcentrum te maken tot een
echte opvoedende gemeenschap met een sterke identi-
teit en vormingdynamiek, die haar uitdrukking vindt in een
diep christelijke en humane sfeer, waar een betekenisvolle
aanwezigheid te midden van de jongeren aangeboden
wordt door salesianen en opvoeders die hun leven delen,
met diverse pedagogische aanbiedingen beantwoor-
dend aan de realiteit en de noden van de jongeren zelf,
met de aangroei van de medeverantwoordelijkheid van
30 *Akten 407

4 Pages 31-40

▲back to top

4.1 Page 31

▲back to top
de leken en de jeugdleiders rond een salesiaans pasto-
raal-pedagogisch project (PPP), door allen samen uitge-
dacht, een vormingsdynamiek en een adequate bege-
leiding van de groepen en van de personen als hulp om
de voorstellen en de aangeboden kansen te personalise-
ren.
3.2 De aan de salesianen toevertrouwde parochie
De inzet van de salesianen op parochiaal vlak wordt
vooral uitgedrukt door de parochies die aan de congre-
gatie toevertrouwd werden en door de missieparochies.
Hun aantal is deze laatste jaren aanzienlijk toegenomen.
In 2007 waren er 1.212 parochies en missieparochies aan
de congregatie toevertrouwd, waar meer dan 3.000 sale-
sianen de pastorale zorg uitoefenden over meer dan 11
miljoen gelovigen.
Het merendeel van die parochies bevindt zich in
volkswijken en gebieden van eerste evangelisatie. Op ve-
le plaatsen heeft de aan de salesianen toevertrouwde
parochie ook een oratorio, een school en ook een cen-
trum voor sociale promotie, met een bijzondere aandacht
voor risicojongeren. Op die manier bieden de salesianen
die direct in de structuur van de lokale kerk ingeschakeld
zijn, haar de originele en specifieke bidrage van hun cha-
risma.
Ondanks het aanzienlijke aantal parochies dat aan de
congregatie toevertrouwd is, krijgt die sector van de sale-
siaanse pastoraal vaak te weinig aandacht, begeleiding
en behoorlijke coördinatie vanwege de provincies. Deze
jaren worden er voor de pastoors en de salesianen die in
de parochies actief zijn, geregeld bijeenkomsten geor-
ganiseerd voor hun vorming en coördinatie, interprovin-
ciale of nationale bijeenkomsten voor het uitdiepen van
enkele belangrijke uitdagingen in onze salesiaanse aan-
wezigheid op parochiaal vlak, maar er blijft nog veel te
doen, en beter te doen.
Akten 407 * 31

4.2 Page 32

▲back to top
Enkele aspecten die dringend moeten uitgediept wor-
den:
1° De salesiaanse identiteit verzekeren in het pastorale
werk dat in de parochie verricht wordt. Dat vereist dat
men bepaalde charismatische keuzes maakt in het le-
ven en de zending van de parochiegemeenschap; in
het bijzonder:
- de parochie opbouwen als een gemeenschap van
gelovigen geanimeerd door de salesiaanse religieuze
gemeenschap; een gemeenschap georganiseerd in
groepen en kleinere gemeenschappen waar een
grotere communicatie plaatsvindt, een intensere in-
zet, een echtere participatie en een zichtbare relatie
tussen al die groepen en de humane en sociale sfeer
van de parochie;
- aan allen een systematisch voorstel van evangelisatie
en geloofsopvoeding bieden, door het bevorderen
van een meer missionaire pastoraal, die met allen in
contact wil komen, vooral met de jongeren en de
buitenstaanders en die zo vaak de eerste gelegen-
heid wordt voor een sympathieke en betekenisvolle
ontmoeting met de Kerk, met een voorstel van evan-
gelisatie of eerste verkondiging voor de buitenstaan-
ders en een continue en geleidelijke geloofsopvoe-
ding, vooral voor de jongeren en de gezinnen;
- een keuze voor de jeugd promoten die ervoor zorgt
dat de jeugdpastoraal niet slechts een sector is naast
veel andere, maar de kwaliteit bezorgt die heel het
parochiale leven kenmerkt zodat de jongeren zich
‘thuis’ voelen in de salesiaanse parochie.
2° Een andere belangrijke uitdaging is die van het promo-
ten van een meer missionaire en salesiaanse methodo-
logie, met een sterke pedagogische gevoeligheid die
in staat is om de individu’s tegemoet te treden op het
punt dat ze reeds bereikt hebben om in hen het ver-
langen op te wekken zich open te stellen voor het ge-
loof en zich te laten betrekken bij een continu en ge-
32 *Akten 407

4.3 Page 33

▲back to top
leidelijk parkoers van christelijk leven, in samenhang
met de kommer en de ervaringen van hun dagelijks le-
ven, in het bijzonder van de jongeren, door in hen de
zaadjes van het evangelie en de actie van de Geest
te ontdekken.
3° We moeten bovendien de parochiegemeenschappen
helpen bij het uitwerken van het unitair, globaal en
samen besproken pastoraal project, dat eenheid en
continuïteit verschaft aan al de initiatieven die erin
aangeboden worden.
Om in die richting vooruitgang te boeken, is het essen-
tieel te zorgen voor de pastorale vorming van de salesia-
nen die zich aan de animatie van de parochie wijden en
van de leken medewerkers, alsook een provinciale coör-
dinatie die de parochiale gemeenschappen op die weg
kan begeleiden en ondersteunen.
3.3 De school en de wereld van de formele opvoeding
De salesiaanse aanwezigheid op het terrein van de
formele opvoeding en in het bijzonder in de scholen is een
van de meest consistente, betekenisvolle en verspreide.
In 2007 was de congregatie verantwoordelijk voor
1.208 opvoedingsinstituten van verschillende niveaus met
iets meer dan een miljoen leerlingen, vooral in de puber-
teitsfase, ook al is in deze laatste zes jaren het aantal leer-
lingen van de hogere scholen, vooral van het universitaire
niveau, fors gestegen. Op het gebied van de opvoeding
werken er 2.286 salesianen voltijds en 1.364 deeltijds, met
de medewerking van een zeer grote schare leken van
bijna 60.000.
De salesiaanse school is een belangrijke christelijke
aanwezigheid in de wereld van de opvoeding en de cul-
tuur; ze helpt de jongeren om zich op waardige wijze voor
te bereiden op het leven en draagt bij tot de mentaliteits-
vorming en de omvorming van de maatschappij volgens
humane en christelijke waarden; daardoor is zij een basis-
Akten 407 * 33

4.4 Page 34

▲back to top
instrument voor de evangelisatie. In verschillende landen
van Azië en Afrika is de school vaak de enige vorm van
toegestane aanwezigheid van de Kerk en daar biedt de
christelijke gemeenschap een getuigenis van belangeloze
dienstbaarheid aan de armere lagen van de maat-
schappij, een humaan milieu doordrongen van evangeli-
sche waarden, als stille getuigenis van Jezus Christus en
ook als een kostbare gelegenheid voor de christen gezin-
nen ter plaatse om hun eigen kinderen christelijk op te
voeden.
De laatste jaren heeft de congregatie een aanzienlijke
inspanning gedaan om haar aanwezigheid op dit terrein
de vernieuwen, vooral wat de volgende aspecten betreft:
1° De pedagogische en pastorale kwaliteit van het leef-
milieu, de programma’s en voorstellen die aangebo-
den worden, de methodologie die gebruikt wordt, de
structuren zelf en de materiële hulpbronnen, de door
mensen die ingezet worden, door middel van een
praktisch en samen uitgedacht PEPS van heel de op-
voedingsgemeenschap, zodat die bekwaam wordt de
dagelijkse dynamiek van de school te oriënteren en te
begeleiden.
In die zin is het belangrijk het gevaar te overstijgen van
het beschouwen van de pastoraal als een sector naast
de andere, veeleer dan als de kwaliteit van heel het
leven van de school, de cultuur, de methodologie, de
relaties, de voorstellen, enz. die er aangeboden en
verwezenlijkt worden; vaak is dit goed voorgesteld in
de documenten, maar blijft het een uitdaging om ze in
het dagelijkse leven van de opvoedingsgemeenschap
in praktijk te brengen.
2° De pedagogisch-pastorale gemeenschap: zich in-
spannen om de school op te bouwen tot een humane
gemeenschap in dienst van de opvoeding en de
34 *Akten 407

4.5 Page 35

▲back to top
evangelisatie van de jongeren en niet alleen als een
instelling van opvoedkundige diensten. Een school is
een pedagogisch-pastorale gemeenschap wanneer
het centrum ervan uit personen bestaat, vooral jonge-
ren met interpersoonlijke relaties, en de samen ge-
deelde waarden van de salesiaanse pedagogie en
spiritualiteit, waarbij allen in hun verschillende functies
betrokken worden.
3° Een school als efficiënt en normaal evangelisatieplat-
form, in het bijzonder door middel van het promoten
en doorgeven van een cultuur en een mentaliteit, ge-
inspireerd op de evangelische waarden. Op het terrein
van de opvoeding moet de salesiaanse jeugdpasto-
raal bij de jongeren niet alleen een christelijke levens-
wijze bevorderen, maar ook een cultuur die geïnspi-
reerd is op het geloof en de evangelische waarden,
een cultuur die een alternatief biedt op het milieu dat
vaak de kenmerken draagt van secularisme, relativis-
me, subjectivisme, consumptiementaliteit.
De culturele inhouden die in het dagelijkse leven van
de school in de diverse disciplines, in de methodologie,
de sfeer, de relaties, enz. aangeboden worden, krijgen
niet altijd de aandacht die nodig zou zijn om de cohe-
rentie te waarborgen tussen de overgedragen inhou-
den of de aangewende methodes en de waarden
van het christelijke geloof, zodat dit geloof op een effi-
ciënte manier gestalte zou geven aan het persoonlijke,
professionele en sociale leven van de individu’s en er
tussen geloof en cultuur een vruchtbare relatie zou
ontstaan.
4° Een school die aandacht heeft en open staat voor de
armere jongeren; met een dynamiek en een methodo-
logie die mislukking op school voorkomt door hulp te
bieden met recuperatiecursussen, avondlessen voor
jongeren die buiten de gewone schoolstructuren val-
Akten 407 * 35

4.6 Page 36

▲back to top
len, enz.; die door middel van diverse materies en acti-
viteitsaanbiedingen, het contact en de inschakeling in
de sociale realiteit bevordert om de oorzaken van de
marginalisatie en de uitsluiting waarin ze leven te ont-
dekken en de nodige inzet op te wekken om die te
overwinnen; een school die de cultuur van de dialoog,
de samenwerking, het aanvaarden van de diversiteit
en de solidariteit bevordert.
Die doelstellingen worden in deze jaren gepromoot
door middel van een systematische en continue inspan-
ning in verschillende regionen van de congregatie. Een
voorbeeld hiervan is de werkwijze die aan de gang is in
salesiaans Amerika uitgaande van de continentale bij-
eenkomsten van Cumbaya (1994 en 2001) en Brasilia
(2008). De besluiten van die bijeenkomsten worden uitge-
diept door de diverse provinciale en zonale werkgroepen
om ze in praktische programma’s om te zetten die de ac-
tie van verschillende opvoedingsgemeenschappen be-
geleiden door ze te helpen bij het verifiëren en transfor-
meren van hun opvoedingspraktijken. Die inspanning
wordt geleverd samen met de verschillende groepen van
de salesiaanse familie die in Amerika scholen runnen.
Iets dergelijks wordt ook in Europa ontwikkeld (bijeen-
komsten in Rome in 1994 en 2000, in Krakow in 2004 en in
Sevilla in 2010 en in Zuid Azië, door middel van interpro-
vinciale en nationale coördinatie.
Met dezelfde doelstellingen hebben de salesianen en
de zusters van Don Bosco in Brazilië een netwerk van sale-
siaanse scholen opgericht, waardoor men de vorming
van de leerkrachten bevordert evenals het opmaken van
studieteksten volgens de salesiaanse pedagogie.
Die weg van vernieuwing vereist zeker een systemati-
scher permanente vorming van de opvoeders. Behalve
de inspanning van de provincies om een degelijke salesi-
aanse opvoeding te waarborgen met systematische pro-
gramma’s werden in enkele provincies en zones verschil-
lende centra opgericht en projecten opgesteld voor de
36 *Akten 407

4.7 Page 37

▲back to top
pedagogische vorming en de salesiaanse pastoraal van
de leken medewerkers, in het bijzonder van de leerkrach-
ten in onze scholen.
3.4 Beroepsopleiding en voorbereiding op het werk
Vanaf het begin is onze congregatie bekend en ge-
apprecieerd geweest voor haar centra van beroepsop-
leiding waardoor aan de armere jongeren, die vaak van
hun prille jeugd af moesten werken om het gezin te hel-
pen, of diegenen die er niet in slaagden een normaal
schoolparkoers te doorlopen, een humane vorming ge-
geven werd en een voorbereiding op kwaliteitswerk, wat
het hun mogelijk maakte vol vertrouwen en met verant-
woordelijkheidszin hun toekomst tegemoet te treden. Ook
nu nog vertrouwen verschillende landen die geen expli-
ciete aanwezigheid van de Kerk toestaan ons werken toe
voor beroepsopleiding en daardoor kunnen wij een stil
maar duidelijk getuigenis zijn van het evangelie van Jezus
Christus.
De werken voor beroepsopleiding zijn vandaag van
verschillende aard, van technisch professionele scholen,
ongeveer 180 in aantal, die aan jongeren een systemati-
sche secundaire scholing verstrekken en het hun mogelijk
maakt een daaropvolgende universitaire vorming te vol-
gen, tot scholen (457) die aan jongeren die zich op werk
voorbereiden een kwaliteitsvorming geven, met een regu-
lier erkend programma. Onder die scholen verdienen de
46 landbouwscholen een speciale aandacht.
Op het terrein van de niet-formele beroepsopleiding
werden deze laatste jaren meer dan 300 kleine centra
van voorbereiding op het werk opgericht; zij bieden aan
de jonge arbeiders of aan degenen die beginnen te wer-
ken korte cursussen aan en heel wat praktijk om hen een
zeker kwaliteitsniveau te laten bereiken.
Vaak bevorderen en steunen die centra voor be-
roepsopleiding concrete initiatieven om jonge arbeiders
aan werk te helpen, coöperatieven van wederzijdse hulp,
Akten 407 * 37

4.8 Page 38

▲back to top
artisanale centra en andere initiatieven om de tewerkstel-
ling van de armere jongeren te vergemakkelijken.
In de snel evoluerende moderne maatschappij is de
technische en de arbeidswereld een sector die grondige
en snelle veranderingen ondergaat; daarom moet de be-
roepsopleiding, indien ze de jongeren echt wil helpen om
zich in die nieuwe wereld in te schakelen, haar program-
ma’s, methodes en zelfs haar instrumenten bijwerken.
Dat alles maakt een speciale ondersteuning en bege-
leiding noodzakelijk, in het bijzonder betreffende de vol-
gende aspecten:
1° De integrale vorming van de jongeren promoten. De
humane, morele en spirituele vorming is even belang-
rijk als de technische en professionele. Heel vaak ver-
kiest men een leerling van een beroepsopleidingscen-
trum van Don Bosco boven de andere vooral om de
kwaliteit van zijn persoonlijkheid, meer nog dan om de
opgedane kennis en kwalificaties. Dat wil echter niet
zeggen dat de kennis van het beroep op de tweede
plaats moet komen. De einddoelstelling van een sale-
siaans beroepsopleidingscentrum is inderdaad juist die
van aan de jongere een taak toe te vertrouwen die
overeenkomt met de opgedane kennis. Het integraal
opleidingsprogramma is juist gericht op die doelstelling.
Bijgevolg is het essentieel dat ieder centrum een pe-
dagogisch pastoraal project heeft, dat zijn dagelijkse
activiteit richt.
2° In de opvoedingstaak van de technische professionele
scholen de werkwijzen versterken om de persoonlijke
kwaliteiten te ontwikkelen. Vandaag volstaat een
goede technische en professionele vorming niet meer;
er worden steeds meer mensen gevraagd die op een
zelfstandige manier kunnen nadenken en met intellec-
tuele interesse en kritische zin begaafd zijn; mensen die
positieve en efficiënte relaties kunnen aangaan en
samenwerking kunnen bevorderen in gemeenschap-
38 *Akten 407

4.9 Page 39

▲back to top
pelijke projecten; in staat om conflicten te beheersen
en op te lossen en veranderingen met fantasie en vin-
dingrijkheid het hoofd te bieden. Die vereiste wordt
ook sterk aangevoeld door de jongeren zelf die van de
opvoeders een grotere aandacht voor hun leven vra-
gen. Daarom is het belangrijk momenten en wegen te
promoten voor communicatie en persoonlijke relaties
tussen de opvoeders en de leerlingen, en met de ge-
zinnen en de sociale omgeving; zorgen voor een res-
pectvol pedagogisch oriënteren, maar dat tezelfder-
tijd aanbiedingen doet; een morele vorming pro-
grammeren en een opvoeding tot echt persoonlijke,
communautaire en solidaire waarden.
3° In de diverse pedagogische werkwijzen een systemati-
sche en grondige sociale vorming insluiten die zorgt
voor een meer solidaire mentaliteit en een grotere be-
kwaamheid om zich op efficiënte wijze in te zetten
voor gerechtigheid. Geconfronteerd met de enorme
uitdaging van de armoede heeft het 23ste AK de
vorming van de sociale dimensie van de caritas aan-
gewezen als een basisopdracht om de geloofsopvoe-
ding een concrete en geloofwaardige vorm te geven.
(39)
Enkele elementen die in die vorming niet mogen ont-
breken:
- een adequate kennis van de complexe socio-
politieke realiteit, te beginnen met de nabije en on-
middellijke niveaus;
- een volledige en systematische voorstelling van de
sociale leer van de kerk, als sleutel voor de lectuur
van die werkelijkheid en als aanduiding van de idea-
le einddoelen waarnaar men in de dagelijkse taak
moet streven;
- de jongeren inleiden in situaties die solidariteit en hulp
vragen, vooral in de wereld van de arbeid, bijvoor-
beeld tegenover het drama van de jeugdwerkloos-
Akten 407 * 39

4.10 Page 40

▲back to top
heid, de exploitatie, de immigratie of het racisme,
enz.
4° In ons pedagogische aanbod de pedagogie van de
arbeid uitwerken als een belangrijk element in de inte-
grale, humane vorming en de overdreven intellectuele
en selectieve pedagogie overstijgen. Veel jongeren
zijn blootgesteld aan of hebben reeds de ervaring
meegemaakt van mislukking op school en/of proble-
men van persoonlijke , familiale of sociale integratie.
Voor hen kan een positieve arbeidservaring, gepro-
grammeerd en opgevolgd met pedagogische criteria,
een excellente gelegenheid bieden tot persoonlijk re-
cupereren; de jongere kan opnieuw zelfrespect krijgen,
de eigen capaciteiten herontdekken en motivatie op-
doen voor de eigen vorming.
Dat vereist dat we in het pedagogische aanbod veel
ruimte laten voor enkele werkervaringen, dienst aan
de gemeenschap, werk binnen non-profit organisa-
ties…, door daarin vooral de zelfverwezenlijking en de
dienstbaarheid aan het gemeenschappelijke welzijn te
waarderen. Het vraagt ook om belangrijke kwaliteits-
contacten met personen, instellingen en milieus van de
arbeiderswereld aan te knopen, door het bevorderen
van dialoog, confrontatie en wederzijdse kennis en
samenwerking in de opleiding.
5° Het aanbieden van een manier van evangeliseren die
werkelijk geïntegreerd is in de opleidings- en arbeids-
dynamiek. Heel onze actie ten gunste van de jonge
arbeiders heeft de evangelisatie als einddoel, maar
een evangelisatie die werkelijk in hun wereld geïnte-
greerd is.
Zo’n evangelisatieproject moet in het bijzonder de vol-
gende aspecten verzorgen:
- de leerlingen een humanistisch en evangelisch zicht
bieden op de sociale, economische werkelijkheid en
de arbeiderswereld, door middel van de godsdienst-
40 *Akten 407

5 Pages 41-50

▲back to top

5.1 Page 41

▲back to top
lessen of de morele vorming en de studie van de so-
ciale leer van de kerk;
- het voorstellen van spirituele ervaringen en van open-
heid voor God, zowel in het gewone leven als op be-
langrijke momenten van het leven, met een geleide-
lijke initiatie in het gebed en de vieringen;
- ook ervaringen aanbieden van belangeloze en soli-
daire dienstbaarheid aan de armste mensen, te be-
ginnen met die van het eigen milieu;
- het aanbieden van expliciete momenten van evan-
gelisatie en van geloofsopvoeding via groepen die
aan hun gevoeligheid en hun behoeften aangepast
zijn;
- zich aansluiten bij de pastorale initiatieven van de
Kerk in de arbeiderswereld en de deelname van de
jongeren gemakkelijker maken.
6° Een belangrijk bewijs van de kwaliteit en de efficiëntie
van de ontvangen opvoeding zal de gemakkelijkheid
zijn waarmee de afgestudeerde leerlingen werk vinden
en hoe ze in staat zijn de maatschappij waarin ze inge-
schakeld zijn, ten goede te beïnvloeden. Dat vraagt
dat men een nauwe samenwerking aangaat met de
wereld van de industrie en de ondernemingen, door
samenwerking met hen te promoten in de program-
ma’s van praktische oefeningen die aan de leerlingen
aangeboden worden en in de updatingstages voor de
leerkrachten, door erin hun raad te vragen voor de
vernieuwing en modernisering en samen met de on-
dernemingen en de industrieën permanente vor-
mingsprogramma’s voor te bereiden, in het bijzonder
voor de jongeren die er reeds te werk gesteld zijn en
door initiatieven te lanceren om de jongeren te bege-
leiden bij de eerste stappen van hun inschakeling in de
arbeiderswereld.
Met betrekking daarop kunnen de oud-leerlingen van
heel belangrijk zijn en een ware hulp: zij kunnen een
excellente brug vormen tussen de school en de arbei-
Akten 407 * 41

5.2 Page 42

▲back to top
derswereld waar zij reeds actief zijn; zij kunnen bijdra-
gen aan de pedagogische taak van de scholen door
hun professioneel werk en vrijwillige diensten; velen
kunnen bovendien de jongeren helpen die hun studies
beëindigen, door hen bij hun inschakeling in de arbei-
derswereld te begeleiden en voor hen de initiatieven
van zelfstandig werken te vergemakkelijken, en door
het aanbieden van werkbeurzen, enz.
Er bestaan in de congregatie prachtige ervaringen op
het gebied van de beroepsvorming: technische scholen
die voorlopers zijn, die aan de jongeren niet alleen een
hoogstaande beroepsvorming meegeven maar die ook
diverse initiatieven bieden om hen te helpen zich op een
waardige wijze in de arbeiderswereld in te werken.
Precies om de belangrijkheid die de beroepsopleiding
in onze pedagogische zending bij de arme jongeren heeft
en wegens de moeilijkheden en de uitdagingen die ze
vandaag het hoofd moet bieden in een maatschappij
die snel evolueert, is het dringend noodzakelijk ze te on-
dersteunen door een grotere coördinatie te promoten
tussen de verschillende centra zowel in de provincie als
op nationaal en regionaal niveau, door de uitwisseling te
bevorderen van experimenten, projecten, hulpbronnen
en een intense samenwerking tussen de meer ontwikkelde
centra en de minder grote, vooral in de opleiding van de
leerkrachten, in het kwalificeren van de methodes en de
programma’s… door samen wegen te zoeken en initiatie-
ven om de ondersteuning te waarborgen en de continue
vernieuwing van de centra.
Tijdens de laatste jaren heeft het dicasterie voor de
jeugdpastoraal enkele initiatieven in die zin gepromoot,
maar er moet zeker nog veel meer gebeuren.
42 *Akten 407

5.3 Page 43

▲back to top
3.5 De universitaire wereld: de door de IUS (salesiaanse
universitaire instituten) afgelegde weg en andere
vormen van aanwezigheid in de universitaire wereld
Door een beslissing van de algemeen overste heeft het
dicasterie voor de jeugdpastoraal in deze ‘zesjarige peri-
ode’ de animatie op zich genomen van de IUS (Istituzioni
Universitarie Salesiane). Het voorgestelde doeleinde was
het aannemen en implementeren van de door de alge-
mene overste en zijn raad aangenomen identiteit en poli-
tiek wat de salesiaanse aanwezigheid betreft in het hoger
onderwijs (januari 2003) via het “2de Gemeenschappelijk
Programma” (2003-2008) uitgewerkt door de Vergadering
van IUS (juli 2003). Dat programma beantwoordt aan drie
strategische doelstellingen:
1° De vorming van het personeel. Die vorming voltrekt
zich vooral door middel van de virtuele IUS-cursus: “Ge-
zamenlijke opleiding en opvoedingstechnologieën in
de universiteit volgens de salesiaanse stijl” (CVI)”. Het
gaat over een systematisch en professioneel gereali-
seerd project, dat in relatief korte tijd een noemens-
waardig aantal professoren van de IUS (circa 3.000)
heeft bereikt; het heeft ook een sterke impact gehad
op de hernieuwing van IUS zelf en de positieve ontwik-
keling van het “2de Gemeenschappelijk Programma”;
zonder dat humane platform dat de waarden van de
salesiaanse opvoeding samenbrengt zou het welsla-
gen van het voorgestelde programma erg moeilijk
geweest zijn.
Een specifieke ontwikkeling van het CVI is de “Virtuele
vormingscursus voor de leerkrachten van salesiaanse
scholen in Amerika” gerealiseerd door verschillende sa-
lesiaanse universitaire instellingen in samenwerking met
het dicasterie voor de jeugdpastoraal en de salesiaan-
se scholencommissie in Amerika; het wil de identiteit en
de opvoedkundige competentie van de leerkrachten
Akten 407 * 43

5.4 Page 44

▲back to top
versterken door onder hen een cultuur van samenwer-
king en groepswerking te creëren, door nieuwe hulp-
bronnen te ontwikkelen voor het pedagogisch werken
in de scholen volgens de richtlijnen van de Tweede
Amerikaanse Bijeenkomst van de salesiaanse scholen
(Cumbayá II). De eerste cursus (2006-2007) werd ge-
vold door 702 leerkrachten.
2° De tweede hoofdlijn wil zorgen voor het fundament
van de instellingen volgens de aanduidingen van het
“referentiekader” van de documenten over de identi-
teit en het beleid. Het omvat drie aspecten of pijlers:
- Het “navigatiecharter”; i.e. een serie instrumenten en
procedures om het oriënteren en runnen van de in-
stellingen te waarborgen binnen het referentiekader
van de identiteit en het beleid;
- De humane hulpmiddelen, het management van het
personeel en de leiding, de rol van de salesiaanse
gemeenschap;
- De economische hulpmiddelen, fondsen en het cre-
eren van hulpmiddelen, het professionele beheer van
de bronnen, het investeringsbeleid, samenwerking,
enz.
Het uitwerken van die hoofdlijn is gedurende die jaren
de fundamentele taak geweest van IUS. Het is een ui-
terst nauwkeurig parkoers geweest, systematisch en
degelijk begeleid. De respons van de IUS is goed ge-
weest maar niet eenvormig; over het algemeen heeft
het merendeel er met toewijding aan deelgenomen
volgens de gestelde voorwaarden; er werd een be-
langrijke groep leidende figuren bij betrokken onder
voorzitterschap van de rector zelf. De deelname aan
de seminaries van Brasilia, São Paolo, Lima, El Salvador
en aan de conferenties (Chili 2004, Guatemala 2006,
Porto Alegre 2009) heeft voldoening gegeven. Het
eindresultaat (de uitwerking van het “navigatiechar-
ter”) hoe verdienstelijk ook betreffende de kwantiteit
44 *Akten 407

5.5 Page 45

▲back to top
(meer dan 50% hebben het gepresenteerd) en de
kwaliteit (het is een eerste poging geweest), vertoont
echter nog aanzienlijke hinderpalen om een echt pro-
ces van strategische planning te realiseren.
3° De derde hoofdlijn nam zich voor de sectorale relaties
tussen de salesiaanse universitaire instellingen te pro-
moten. Het is een heel concreet en belangrijk initiatief
om tussen die instellingen een echte wetenschappelij-
ke gemeenschap van samenwerking te creëren rond
de projecten die door diverse universiteiten samen be-
sproken zijn, om uiteindelijk te komen tot de oprichting
en rustige werking van een echt eigen netwerk van sa-
lesiaanse universiteiten die kwalitatief vertegenwoor-
digd zijn in de wetenschappelijke wereld door bijdra-
gen die het best overeenkomen met ons pedagogisch
jeugdcharisma. Groepen die op het ogenblik bestaan:
de groep van de virtuele cursus gewijd aan de vor-
ming van personeel, de groep “IUS-engineering, de
groep “IUS-Education”; in voorbereiding zijn: de groep
“IUS-pastorale vorming” en de groep “IUS-nieuwe
techologieën”.
Via de uitwerking van dat programma groeien de sale-
siaanse universitaire instellingen niet alleen kwantitatief (in
2006 waren er 61 van verschillende niveaus: 19 in Amerika,
25 in India, 9 in Europa, 5 in Oost- Azië en Oceanië, 1 in
Afrika), maar vooral worden ze sterker en groeien ze in
kwaliteit, in het bijzonder die in Amerika en Europa. Door
middel van dat parkoers is de opvatting en de plaatsing
van de salesiaanse aanwezigheid in de universiteit aan
het veranderen en worden er nieuwe vormen van aan-
wezigheid en universitair management gepromoot door
middel van het institutioneel engagement voor de uitwer-
king van het “navigatiecharter”.
In elke salesiaanse universitaire instelling is men huma-
ne platforms aan het creëren die de salesiaanse visie en
Akten 407 * 45

5.6 Page 46

▲back to top
zending en de universitaire projecten samen bespreken;
die groepen worden bekwaam om animatiekernen te
worden van de academische gemeenschap, promotoren
en leiders van de vernieuwing van de instelling. Er wordt
ook een groter netwerk en samenwerking opgewekt tus-
sen de salesiaanse universitaire instellingen; men overstijgt
de autoreferentie en men promoot erin een gemeen-
schapsbewustzijn alsook een totaalbeeldvisie .
In juli 2007 werd de 5de IUS-vergadering gehouden,
waar het Gemeenschappelijk Programma III werd uitge-
werkt, dat de doelstellingen en de tot dan toe afgelegde
parkoersen hernam en uitdiepte.
3.6 Aandacht voor de jeugdmarginalisatie
De aandacht voor jongeren in een risicosituatie is altijd
een kenmerk geweest van de salesiaanse pastoraal. De
nieuwe situatie van onze maatschappijen daagt ons uit
om nieuwe antwoorden te geven. De armoede wordt
steeds groter en bereikt een tragische dimensie, die veel
mensen en gemeenschappen treft onder wie heel veel
jongeren, zodat het een structurele en globale realiteit
wordt. Wij mogen ook spreken van “nieuwe soorten ar-
moede” en dus van nieuwe vormen van marginalisatie
door sociale uitsluiting”, waardoor wij in het bijzonder ge-
troffen worden omdat ze de groeimogelijkheden van de
jongeren compromitteren door het veroorzaken van situa-
ties van ontbering en voor sommigen zelfs van delinquen-
tie.
Het meest zorgwekkende aspect is de ontwikkeling van
een mentaliteit of levensinstelling (individualisme, con-
sumptiezucht, het absolute zoeken naar efficiëntie en pro-
fijt…) die steeds grotere marginalisatie veroorzaakt, uitslui-
ting, armoede en lijden, in het bijzonder in de zwakkere
sectoren zoals de jongeren.
Daarom werden in de laatste vijftig jaar projecten
vermenigvuldigd, initiatieven en werken, die een ant-
46 *Akten 407

5.7 Page 47

▲back to top
woord trachten te vinden op die situatie en aan de jon-
geren een nieuwe gelegenheid bieden om hun leven po-
sitief op te bouwen en zich met verantwoordelijkheid in de
maatschappij in te schakelen. Er zijn “gezinshuizen” om
jongens en jongeren in ernstige risicosituaties op te van-
gen en op te voeden (jongens zonder familie, straatkinde-
ren, jongeren die het slachtoffer geworden zijn van seksu-
eel misbruik of van prostitutie…) projecten die aandacht
geven, bescherming en opvoeding bieden aan kinderen
en jonge arbeiders, vaak vanaf de kinderjaren, projecten
voor het opvangen en recupereren van jonge slachtoffers
van drugs of net uit de gevangenis vrijgelatenen… ont-
haal en opleiding van jonge immigranten zonder familie…
en nog veel andere.
In de provincies is de gevoeligheid en de inzet voor si-
tuaties van armoede en ontbering bij jongeren groter ge-
worden, niet alleen door middel van werken, projecten en
specifieke acties ten gunste van jongeren in situaties van
ernstige ontbering, maar vooral door het inschakelen van
die opdracht in het pedagogisch-pastoraal project van
de provincie en door het promoten in elke pedagogische
gemeenschap van speciale aandacht voor de factoren
van marginalisatie en uitsluiting. Die aandacht en dat en-
gagement moeten nog meer ontwikkeld worden in de af-
zonderlijke gemeenschappen en werken; men moet meer
aandacht schenken aan de cultuur en de mentaliteit die
er gepromoot worden, door ons engagement om een
cultuur van solidariteit en verantwoordelijk burgerschap te
doen groeien; het is ook belangrijk het werk via het net uit
te diepen evenals de samenwerking tussen de verschil-
lende werken en diensten van de provincie, ook met an-
dere instellingen van het territorium, de vorming en de sa-
lesiaanse pedagogische voorbereiding van de opvoeders
in dat specifieke engagement te verzorgen.
Het dicasterie voor de jeugdpastoraal heeft diverse ini-
tiatieven in die zin gepromoot en/of begeleid, bijvoor-
beeld de Europese Bijeenkomst over de Immigratie (Bar-
celona 2003); de regionale bijeenkomst over de opvoe-
Akten 407 * 47

5.8 Page 48

▲back to top
ding en inschakeling in het werk van jongeren (San Salva-
dor 2004); vervolgens de Bijeenkomst over het arbeids-
voorstel voor risicojongeren in de salesiaanse pedagogie
(Medellin 2006); de bijeenkomst over beroepsopleiding en
voorbereiding op het werk (Afrika en Madagaskar – Jo-
hannesburg 2004). Er bestaan ook diverse regionale en
nationale coördinatieacties die het werken via het net
promoten evenals een doordachte inschakeling en sa-
menwerking met sociale instellingen die op dat gebied
actief zijn; het coördinatiebureau YAR (“youth at risk”) in
India, SCS in Italië, “Plataforma Social” in Spanje, en nog
andere.
Voor de animatie en de coördinatie van die sector, zijn
de “Planning en ontwikkelingbureaus” die in verschillende
provincies opgericht zijn, uitzonderlijk belangrijk. Die bu-
reaus helpen de provincies bij het strategisch plannen van
hun acties voor de ontwikkeling en het zoeken naar fi-
nanciële hulpmiddelen voor de projecten. Heel belangrijk
is de samenwerking tussen die bureaus en de provinciale
delegatie voor de jeugdpastoraal om de inschakeling te
verzekeren van de projecten in het PEPS (salesiaans pas-
toraal-pedagogisch project) van de provincie en om te-
zelfdertijd een systematische planning te promoten en
een nauwkeurig verifiëren van de doelstellingen van het
PPP (salesiaans pastoraal-pedagogisch project).(40)
3.7 Andere aanwezigheden en flexibele vormen van
dienstbaarheid aan de jongeren
In de complexe en pluralistische maatschappij maken
we het ontstaan mee van nieuwe plaatsen en vormen
van jeugdopvoeding, met modellen en levensstijlen die
massa’s jongeren boeien; we denken aan de parallelle
school van de media, aan de muzikale en sportieve fan-
clubs, aan het toerisme, de nieuwe vormen van sociaal
en kerkelijk engagement, aan het domein van de vrije-
tijdsbeleving, allemaal nieuwe mogelijkheden tot identi-
teitsbeleving.
48 *Akten 407

5.9 Page 49

▲back to top
Om aan die nieuwe situatie te beantwoorden ontston-
den in het geheel van de salesiaanse wereld nieuwe reali-
teiten en jeugdgroeperingen, nieuwe pedagogische
vormen, vlottere en meer flexibele diensten en werken
die, met een grotere vrijheid van handelen en van initia-
tieven, konden beantwoorden en zich aanpassen aan de
veranderende noden. Die benutten eerder de mogelijk-
heden tot communicatie met het natuurlijke milieu van de
jongeren, dan de stabiliteit van een fysieke plaatsing; zij
geven de voorkeur aan de spontaneïteit van de relaties
en aan de vrije toetreding, aan de centrale plaats van de
personen eerder dan aan de structuur en het project; zij
cultiveren een basisverbondenheid tussen de diverse wer-
kelijkheden en handelen in onderling verband met ande-
re instellingen en diensten in het territorium en trachten
een globaal antwoord te geven op de toestanden. Daar
kun je de jongeren relatief gemakkelijker erbij betrekken
door het besef dat de samen af te leggen weg in hun
handen ligt.
Ziehier nu enkele nieuwe vormen van aanwezigheid
onder de jongeren:
1° De Salesiaanse Jeugdbeweging
Een bredere en meer omvattende vorm van aanwe-
zigheid onder de jongeren is de Salesiaanse Jeugdbe-
weging (SJB). Het betreft hier een beweging met een
pedagogisch karakter, toegankelijk voor alle jongeren,
om ze te maken tot subjecten en protagonisten van
hun eigen humane en christelijke groei, met een missi-
onair elan, openstaand voor degenen die verder af
staan, met een verlangen om invloed uit te oefenen
op het territorium en de burgermaatschappij en om
zich in te schakelen in de lokale Kerk en die te steunen.
De groepen en verenigingen van jongeren voelen
zich, met behoud van hun eigen organisatorische au-
Akten 407 * 49

5.10 Page 50

▲back to top
tonomie, thuis in de salesiaanse spiritualiteit en peda-
gogie en vormen op een expliciete of impliciete wijze
de salesiaanse jeugdbeweging.
Haar animatie wordt samen gedeeld door de groepen
van de salesiaanse familie, in het bijzonder door de sa-
lesianen en de zusters van Don Bosco. Een topmoment
van de beweging was het “Forum Mondiale’ dat in het
jaar 2000 in Turijn en Rome gevierd werd: op de plek-
ken waar het salesiaans charisma ontstond, hebben
vertegenwoordigers van de verschillende provincies
samen hun ervaringen met de beweging besproken,
de grote uitdagingen die vandaag de jongerenwereld
raken, de nieuwe mogelijkheden tot antwoord en en-
gagement, om te besluiten met het aanbieden aan al-
le jongeren van de beweging van enkele punten van
inzet voor de volgende jaren. Die slotboodschap van
het Forum werd het referentiekader voor de animatie
die zich in die jaren ontwikkeld heeft door middel van
verschillende initiatieven:
- de jaarboodschap van de algemene overste aan de
jongeren van de SJB ter gelegenheid van het feest
van Don Bosco, studie- en reflectieobject in de groe-
pen;
- het uitdiepen van de identiteit van de beweging
(verschillende provincies hebben een “identiteits-
charter van de SJB (salesiaanse jeugdbeweging)”
uitgewerkt;
- de groei van de ‘eersterangsrol’ bij de jongeren door
diverse provinciale en interprovinciale coördinatieac-
ties van de beweging (in het bijzonder het oprichten
tijdens de zesjarige periode van de Europese coördi-
natie van de SJB met een sterke deelname van de
jongeren zelf, als vrucht van het Confronto 2004);
- talrijke provinciale en/of regionale bijeenkomsten van
de groepen van de SJB, zoals het “Campobosco” in
Spanje en Portugal (de talrijke pelgrimstochten van
jeugdgroepen naar de plekken van het ontstaan van
50 *Akten 407

6 Pages 51-60

▲back to top

6.1 Page 51

▲back to top
het salesiaan charisma, Europese bijeenkomsten zo-
als het “Confronto” en het Eurizon, bijeenkomsten
van de SJB-groepen van Argentinië, Brazilië, het “Bo-
scoree” voor de Don Bosco Scouts van India, enz.;
- de inzet voor een systematische en grondige vorming
van de animatoren en de ontwikkeling, in verschil-
lende parochies, van een “christelijke vormingsweg
voor de diverse groepen”; binnen de SJB ontstaan
diverse bewegingen en verenigingen die duidelijk
een evangelisatiekarakter hebben;
- een grotere aanwezigheid van de SJB in de lokale
kerken, enz.
De SJB is een veelbelovende werkelijkheid die veel kin-
deren, pubers en jongeren aantrekt, maar die een
steeds grotere en meer systematische en gecoördi-
neerde inspanning vraagt voor de evangelisatie en de
christelijke vorming volgens de waarden van de salesi-
aanse jeugdspiritualiteit, voor het verzorgen en per-
soonlijk begeleiden van de animatoren, voor het pro-
moten van een solidair engagement van steun aan de
andere jongeren vooral de armere en de risicojonge-
ren, en voor een actieve en verantwoordelijke aanwe-
zigheid in de diverse jeugdmilieus, in de congregatie
en in de Kerk.
Tijdens de laatste zesjarige periode werden de jeugd-
pelgrimstochten naar de salesiaanse plekken in Turijn
en naar Colle Don Bosco vooral door de Europese pro-
vincies talrijker, alsook de spiritualiteitsbijeenkomsten
(retraites op de salesiaanse plaatsen met jongeren en
volwassenen…), bijeenkomsten voor salesiaanse vor-
ming van de leken medewerkers, de vormingservaring
voor jonge prenovicen van enkele salesiaanse provin-
cies van Europa, enz. De Italiaanse speciale circon-
scriptie Piëmonte en Valle d’Aosta levert een aanzien-
lijke inspanning om, met de hulp van de Europese pro-
vincies, de salesiaanse werkgroepen die het Colle- en
Akten 407 * 51

6.2 Page 52

▲back to top
Valdoccoproject animeren, te verrijken en beter te
coördineren. Heel de congregatie is daar dankbaar
voor.
Met de hulp en de medewerking van het Instituut voor
spiritualiteit aan de UPS, werd ook een begin gemaakt
met een parkoers van reflectie en samen delen (sa-
men bespreken) door de verantwoordelijken van de
Salesiaanse huizen voor spiritualiteit in Europa (mei
2004); de basiselementen werden geïdentificeerd voor
een aanbod van salesiaanse jeugdspiritualiteit in die
huizen en de opdrachten van een salesiaans huis voor
spiritualiteit in het pastoraal project van de provincie.
2° Het voluntariaat
Tijdens deze jaren ontstond er in de provincies en de
SJB talrijke groepen en verenigingen voor voluntariaat,
vooral voor de jongeren. Het 24ste AK heeft het vrijwil-
ligerswerk erkend als een nieuwe vorm van openstaan
voor de anderen, vooral op het gebied van de ar-
moede en de marginalisatie, een uitdaging tegen de
alom heersende ongerechtigheid en zelfzucht, een be-
langrijke mogelijkheid tot roepingen en een krachtig
onderschrijven van het opvoedingsparkoers dat door
de jongeren afgelegd wordt samen met de salesianen.
(41)
In de congregatie blijft het vrijwilligerswerk aangroeien
via talrijke groepen en organisaties. In enkele regio’s
ontwikkelt zich vooral het lokale en nationale vrijwilli-
gerswerk, zowel missionair als sociaal of wat roepingen
betreft (Amerika); in andere regio’s heeft het internati-
onale en missionaire vrijwilligerswerk zich sterk ontwik-
keld; nog andere ontvangen vrijwilligers (Afrika en
Azië).
Normaal voltrekt zich het salesiaans vrijwilligerswerk als
een belangrijk aanbod voor jongeren die de vor-
52 *Akten 407

6.3 Page 53

▲back to top
mingsweg van de jeugdpastoraal afgelegd hebben
en helpt het hen om volwassenheid en diepte te ge-
ven aan hun roepingenkeuze voor een christelijk ge-
engageerd leven; maar vaak wordt het ook een be-
langrijke gelegenheid tot contact en een evangelisa-
tieaanbod voor jongeren die niet uit onze eigen wer-
ken komen.
De dicasteries voor de jeugdpastoraal en voor de mis-
sies hebben het document “Vrijwilligerswerk in de sale-
siaanse zending” herwerkt en verrijkt met de bijdragen
van de Internationale Bijeenkomst van 2001 en met de
ervaring van de provincies en salesiaanse ngo’s. In dat
document worden voorgesteld: de identiteit van het
salesiaanse vrijwilligerswerk, enkele fundamentele eisen
en voorwaarden voor de ontwikkeling ervan, voor de
vorming en begeleiding van de vrijwilligers en voor het
animeren en promoten van het salesiaanse vrijwilli-
gerswerk in de provincies en in de congregatie.
In 2007 werd dat document aan heel de congregatie
voorgesteld via zeven regionale bijeenkomsten, opdat
het zou gekend en in praktijk gebracht worden in de
verschillende provincies door middel van een provinci-
aal plan voor het vrijwilligerswerk, ingevoegd in het
provinciale PPP.
4. TOEKOMSTPERSPECTIEVEN VOOR DE SALESIAANSE
JEUGDPASTORAAL
Na de uiteenzetting hoe de jeugdpastoraal gegroeid is
en vandaag in de congregatie georganiseerd wordt, sa-
men met een diepgevoelde dank aan God voor het vele
goed dat Hij door ons teweegbrengt in de dienst aan de
jongeren, door de aantrekkingskracht van Don Bosco en
zijn charisma, door het edelmoedige engagement van
zoveel medebroeders, leken-medewerkers en jongeren
zelf, zou ik jullie enkele toekomstperspectieven willen voor-
Akten 407 * 53

6.4 Page 54

▲back to top
stellen en met jullie samen delen; verschillende ervan wer-
den door het 26ste AK als prioritaire doelstellingen voor de
komende jaren voorgesteld.
4.1 Doorgaan met de inspanning om het model van sale-
siaanse jeugdpastoraal te assimileren en in praktijk te
brengen
Wij hebben de enorme inspanningen gezien van de
congregatie tijdens de laatste vijftig jaar om haar peda-
gogische en pastorale praxis te herdenken en te hernieu-
wen door met een grotere trouw te beantwoorden aan
de behoeften en verwachtingen van de jongeren en aan
de inspirerende waarden van het preventief systeem van
Don Bosco. Wij kunnen vandaag rekenen op een geheel
van criteria, richtlijnen, structuren, actiepunten die in de
huidige situatie de geest en het model vertolken die door
Don Bosco beleefd werden in het eerste oratorio: het pre-
ventieve systeem.
Heel die poging tot hérdenken van de opvoedings-
praktijk impliceert noodzakelijk het openstaan voor nieu-
we schemata en nieuwe praktijken, een nieuwe mentali-
teit en een nieuwe vorm van organisatie van de elemen-
ten die het pedagogisch handelen uitmaken, een nieuwe
methodologie en een nieuwe wijze van aanwezig zijn on-
der de jongeren… Allemaal zaken die reflectie vragen om
de dagelijkse ervaring te verifiëren, moed om de nieuwe
perspectieven en de nieuwe werkwijzen te aanvaarden,
geduld om tijd te laten voor de trage verandering van de
denk- en handelwijzen, samen delen, omdat die verande-
ringsprocessen niet door enkelingen, maar in groep ge-
realiseerd worden.
Vandaag bezit de congregatie een praktisch model
voor de jeugdpastoraal, dat is een concrete vorm voor
de structuur en organisatie van de diverse elementen van
zijn pedagogische en pastorale praktijk om de identiteit
ervan veilig te stellen, de coherentie met betrekking tot
de doelstellingen en de structuur van het project, een
54 *Akten 407

6.5 Page 55

▲back to top
model dat trouw blijft aan de inspirerende principes van
het preventief systeem van Don Bosco en tezelfdertijd be-
ter beantwoordt aan de noden en de situaties van de
hedendaagse jongeren. Het is dus dringend nodig dat wij
er ons op toeleggen om dat model grondig te leren ken-
nen, de werkwijze ervan aan te nemen, en het vooral in
de praktijk van de diverse contexten en milieus om te zet-
ten. Tijdens de laatste jaren werd een grote inspanning in
die richting geleverd, maar die moet door de salesianen
en de lokale gemeenschappen doorgezet worden en
helpen hun praktijk met het model te confronteren, om
het getrouwer en betekenisvoller te maken.
In het bijzonder is het betekenisvol de unitaire en orga-
nische visie aan te nemen van een pastoraal die gecon-
centreerd is op de persoon van de jongere en niet zozeer
op de werken en de diensten en zo de sectorenmentali-
teit te overstijgen die nog heerst in de dagelijkse praktijk.
De communautaire dimensie van de pastorale actie
moet versterkt worden; die zal zich vooral manifesteren in
het engagement om een salesiaans werk op te bouwen
als een opvoedingsgemeenschap, waar de personen en
de interpersoonlijke relaties, de elementen van verbon-
denheid en samenwerking het winnen van management
en organisatie centraal staan. Een ander aspect waarop
de laatste kapittels geïnsisteerd hebben is de projectmen-
taliteit, d.w.z. de pastorale actie beschouwen als een weg
die men geleidelijk doorloopt volgens precieze en verifi-
eerbare doelstellingen, en niet zozeer als de som van tal-
rijke handelingen die weinig verband hebben met elkaar.
Dat alles impliceert dat wij de inspanning voor de pas-
torale vorming verdubbelen, zowel van de salesianen als
van de leken medewerkers. Er bestaan veel initiatieven op
dat gebied, maar we moeten die dringend systematise-
ren en continuïteit geven zodat er in iedere opvoedings-
gemeenschap een kern tot stand komt van personen die
zich volledig geïdentificeerd hebben met de waarden en
de werkwijze van de salesiaanse pastoraal, bekwaam om
de anderen aan te moedigen en te leiden.
Akten 407 * 55

6.6 Page 56

▲back to top
4.2 Een evangeliserende pastoraal die duidelijk gericht is
op het verkondigen van Christus en op de geloofsop-
voeding van de jongeren
Het pedagogisch-pastoraal handelen van de congre-
gatie wordt overal sterker; de behoeften van de jongeren
en de eisen van de maatschappij en van de Kerk worden
steeds talrijker en dringender. Bij de poging om eraan te
beantwoorden loopt men het gevaar zichzelf te verliezen
en de kern van onze zending in de schaduw te laten.
In veel maatschappijen en culturen waar wij onze pe-
dagogische en pastorale diensten verstrekken, ontstaat
een cultuur die de godsdienst en heel in het bijzonder het
christendom marginaliseert, een levensstijl die de toena-
me van de materiële en spirituele armoede van velen in
de hand werkt en de factoren van sociale uitsluiting ver-
dubbelt… In zo’n milieu verliezen de religieuze waarden
vaak hun betekenis en relevantie evenals de motiverin-
gen van de gelovigen, die in andere tijden naar voren
kwamen en zichtbaar waren in de diensten van opvoe-
ding en humane promotie.
Die situatie heeft veel salesianen en leken medewer-
kers gestimuleerd om opnieuw aan hun roepingenidenti-
teit te werken en zich met grote edelmoedigheid en offer-
zin te wijden aan het pedagogische en pastorale enga-
gement; maar het gevaar bestaat ook van “spirituele op-
pervlakkigheid, doldraaiend activisme, burgerlijke levens-
stijl, zwak evangelisch getuigenis, en partiële toewijding
aan de zending. Dat zet zich om in de moeilijkheid om de
eigen identiteit van godgewijde persoon te laten uitko-
men en in een apostolische timiditeit”. (42)
Dat alles vereist dat we de wortels en de motor van
onze pastorale praktijk recupereren, de missionaire passie
van het “Da mihi animas”, de enige die haar betekenis en
efficiëntie kan waarborgen en dat we onze gevarieerde
pedagogisch-pastorale activiteit op de evangelisatie en
56 *Akten 407

6.7 Page 57

▲back to top
de geloofsopvoeding concentreren, waar alles zijn een-
heid en betekenis vindt.(43)
In het licht van de actiepunten die het 26ste AK heeft
voor het thema van de evangelisatie voorgesteld, geef ik
nu enkele prioriteiten die de jeugdpastoraal in de volgen-
de jaren moeten karakteriseren:
1° Een meer missionaire pastoraal die met vreugde en
durf aan de jongeren voorstelt om hun menselijk be-
staan te beleven zoals Christus dat gedaan heeft”.(44)
Vandaag volstaat het niet de jongeren in een positief
milieu te plaatsen met een aanbod van veel activitei-
ten noch van hun eenvoudigweg een catechetische
vorming aan te bieden en evenmin van ze te wennen
aan een religieuze praktijk (gebed en sacramenten);
er is een duidelijk en expliciet verkondigen van Jezus
Christus nodig, dat bij de jongeren het verlangen op-
wekt om Hem te leren kennen en te volgen; het is no-
dig hen in te wijden in het christelijk gebed, het lezen
en mediteren van het Woord van God; evenzeer is het
nodig in hen het verlangen op te wekken om zich te
engageren in een systematisch parkoers van verdie-
ping van het geloof en ze te helpen om hun leven in te
richten volgens de waarden van het evangelie.
2° Een evangelisatie ten volle ingeschakeld in het op-
voedingsproces. De salesiaanse jeugdpastoraal leeft
en voltrekt zich op het terrein van de opvoeding,
tracht bij de jongeren niet alleen een christelijk leven te
promoten, maar ook een cultuur geïnspireerd op het
geloof en de evangelische waarden, en die een alter-
natief is op de cultuur van de omgeving gekenmerkt
door secularisme, relativisme, subjectivisme, consump-
tiezucht…
De kijk op de culturele inhouden die in de dagelijkse
gang van een werk aangeboden worden, krijgt niet al-
tijd de nodige aandacht om een coherentie te waar-
Akten 407 * 57

6.8 Page 58

▲back to top
borgen tussen de overgedragen inhouden of de ge-
bruikte methodes en de waarden van het christelijk ge-
loof (ontmoeting tussen cultuur en geloof) en om een
christelijk leven te verzekeren dat in staat is het leven
van de mensen privé, professioneel en sociaal kwaliteit
te schenken.
Vandaag is het dus dringend nodig het pastorale en-
gagement op gang te brengen, heel in bijzonder de
integratie van de evangelisatie en de opvoeding in de
logica van het preventieve systeem: (45)
- een evangelisatie die in staat is om zich aan de evo-
lutie van de jongere aan te passen, die bekommerd
is om fundamentele humane houdingen te ontwikke-
len die het persoonlijk open staan voor God en de
ontmoeting met Jezus mogelijk maken, die aandacht
hebben voor de waarden en de levensvisies die de
jongeren beleven om die om te vormen in het licht
van het evangelie;
- een opvoeding die een mentaliteit kan creëren, le-
vensvisies kan inspireren die openstaan voor de reli-
gieuze dimensie, die levensopties die geïnspireerd zijn
op Jezus’ evangelie tot groei brengen; een opvoe-
ding speciaal gericht op het ontwikkelen van de reli-
gieuze dimensie van de persoon en de promotie van
basishoudingen voor een positieve openheid voor
het geloof; een opvoeding die de vorming verzorgt
van het moreel bewustzijn en de jongeren opvoedt
tot sociaal engagement volgens de sociale leer van
de kerk.
4.3 De roepingdimensie uitdiepen en versterken in elk
pastoraal voorstel
De roepingenanimatie en oriëntering zijn een essenti-
eel element in de jeugdpastoraal die iedere jongere helpt
om verantwoordelijke levenskeuzes te maken in het licht
van het geloof. “Vandaag voelen we meer dan ooit de
58 *Akten 407

6.9 Page 59

▲back to top
uitdaging om een roepingencultuur te creëren in elk mili-
eu, zodat de jongeren het leven leren zien als een roeping
en dat heel de salesiaanse pastoraal werkelijk een roe-
pingenpastoraal wordt”.(46) Maar de beste jeugdpasto-
raal verwekt geen apostolische en godgewijde roepingen
zonder een specifieke aandacht voor expliciete roepin-
genverkondiging, voor een beslist persoonlijk aanbod en
voor een constante spirituele begeleiding.
Het gebrek aan roepingen heeft de gemeenschappen
en de medebroeders gesensibiliseerd voor een reflectie
over de manier van aan roepingenanimatie te doen,
maar die wordt nog altijd gezien en verwezenlijkt als een
complementair engagement naast het pedagogisch-
pastorale werk en dat uitgevoerd wordt door degenen
die daarmee belast werden of door medebroeders die
voor dat gebied bijzonder geïnteresseerd zijn. Dat verarmt
de twee processen: een jeugdpastoraal die er niet in
slaagt om de jongeren naar een visie van hun leven als
een roeping te oriënteren, die hen richt op evangelische
opties van gave en dienstbaarheid, en een roepingena-
nimatie te zeer gebaseerd op enthousiasme en te weinig
op de relatie tussen diep geloof in relatie met Christus.
Daartoe is een mentaliteitsverandering en een ver-
nieuwing van de praktijk nodig, vooral wat de drie vol-
gende aspecten betreft:
1° In ieder milieu een roepingencultuur promoten, door
middel van een duidelijk evangelische pastoraal, die
hen aanzet hun leven als een gave Gods te erkennen
en daarop te antwoorden met een edelmoedig en-
gagement om de anderen te dienen, in het bijzonder
de meest behoeftigen.(47)
2° In ieder parkoers van geloofsopvoeding speciale aan-
dacht schenken aan het promoten bij de jongeren
van een apostolisch engagement, geworteld in een
vriendschappelijke relatie met Jezus Christus, verwe-
zenlijkt in verbondenheid en innerlijke samenwerking
Akten 407 * 59

6.10 Page 60

▲back to top
rond een sterke gemeenschapservaring en tot rijpheid
gekomen door een systematische inzet voor persoonlij-
ke vorming.(48)
3° Met durf en vreugde getuigenis afleggen van de
schoonheid van de eigen salesiaanse roeping, totaal
aan God gewijd in de zending tot de jongeren, door
een expliciet voorstel te doen en zich in te zetten om
de jongeren die tekenen van een salesiaanse roeping
vertonen, op hun parkoers van onderkenning en vor-
ming van roeping te begeleiden.(49)
4.4 Speciale aandacht voor de armere en risicojongeren
als karakteristiek van elke salesiaanse aanwezigheid
en werk
Met vreugde erken ik de aangroei van de gevoelig-
heid en de zorg, de reflectie en de inzet voor de wereld
van de marginalisatie en van de minst bedeelde jeugd.
Die werkelijkheid maakt nu geen bijzondere sector meer
uit, vereenzelvigd met een speciaal werk of slechts door
een bijzonder gemotiveerde confrater bezield. De aan-
dacht voor de achtergestelde, de armste, de minst be-
deelde jongeren is een “institutionele gevoeligheid” aan
het worden die, beetje bij beetje, heel wat werken van de
provincies erbij betrekt.
Maar er bestaat nog altijd een zekere weerstand om
de mentaliteit en de opvoedingsmethodologie zodanig te
herkwalificeren dat er in ieder werk een dienst is voor de
meest behoeftige jongeren.(50) Trouw aan de aanduidin-
gen van het 26ste AK, moeten we die weg blijven volgen
en onze inspanningen focussen op het ontwikkelen van
enkele werkwijzen die het geheel van onze jeugdpasto-
raal erbij betrekken.
1° De aandacht voor risicojongeren als karakteristiek en
engagement van elke salesiaanse aanwezigheid en
van elk pedagogisch project. Het volstaat niet in iede-
re provincie enkele werken of diensten te hebben die
60 *Akten 407

7 Pages 61-70

▲back to top

7.1 Page 61

▲back to top
speciaal aan de armere jongeren gewijd zijn; de
openheid en de aandacht voor armoedesituaties, uit-
sluiting en marginalisatie moeten in die mate door ie-
dere aanwezigheid aanvaard worden dat ze kenmer-
kend worden voor haar betekenis. Het is belangrijk dat
iedere opvoedingsgemeenschap de factoren identifi-
ceert van de sfeer, de dynamiek en de methodologie
van het werk, op bepaalde min of meer expliciete
evaluatiecriteria, die in feite uitsluiting teweegbrengen
en dat men zich inzet om die te veranderen; belangrijk
ook dat ze de aanwezigheid, de deelname en de eer-
sterangsrol bevordert van de meer behoeftige en risi-
cojongeren in de activiteiten, de groepen en de ver-
antwoordelijkheden…; dat ze met een speciale aan-
dacht de elementen identificeert van een salesiaanse
pedagogie die beter aangepast is aan die jongeren
en die zich inzet om ze in praktijk te brengen.
2° Mikken op het omvormen van de mentaliteit en de cul-
turele tendensen, niet enkel om te beantwoorden aan
de onmiddellijke verwachtingen, door het promoten
een solidariteitscultuur volgens het criterium van het
“meer geven aan wie minder gekregen heeft”. De ar-
moede en de marginalisatie in onze samenleving zijn
niet enkel economische of sociale fenomenen, maar
ook volgens mijn mening vooral culturele fenomenen;
er heerst een individualistische, competitieve, hedonis-
tische en ‘consumptiebehoeftige’ levensopvatting die
de uitsluiting meebrengt van de zwakkeren; we mogen
ons dus niet tevreden stellen met het helpen van de
meest verwaarloosden om hun marginalisering te over-
stijgen, maar onze actie moet focussen op het omvor-
men van hun mentaliteit en die van de maatschappij.
In die zin moet iedere pedagogisch-pastorale ge-
meenschap veel aandacht hebben voor de waarden
en de soepele levensstijlen die ze door haar dagelijkse
opvoedende actie promoot.
Akten 407 * 61

7.2 Page 62

▲back to top
3° Een bijzondere zorg besteden aan de religieuze dimen-
sie van het individu, beschouwd als een fundamentele
factor van humanisering en preventie. In de antropo-
logische visie van Don Bosco’s preventief systeem zit er
een fundamenteel element van het individu en van de
maatschappij; daarom is uitvoering ervan, tot en met
de verkondiging van Jezus Christus, een onmisbare
vereiste van het salesiaanse pedagogische voorstel.
Wij geloven dat er in die persoonlijke relatie met God
door de mysterieuze werking van de Geest in het hart
van ieder mens en bijzonder van de armen en behoef-
tigen onvermoede energieën gevonden worden voor
de opbouw van de persoonlijkheid en haar integrale
ontwikkeling,(51) en wij menen dat dit een belangrijk
element is om hoop te geven aan de jongeren die op
een bijzondere manier de dramatische gevolgen van
armoede en sociale uitsluiting ondergaan.
Toch moet iedere opvoedingsgemeenschap in het
pedagogisch pastoraal project voor die jongeren, ex-
perimenten aanbieden en parkoersen(52) die in hen de
religieuze dimensie van het leven opwekken en ze hel-
pen om Jezus als de Redder te ontdekken. Dat evan-
gelisatieaanbod moet ten volle ingeschakeld zijn in het
pedagogisch proces van preventie en recuperatie en
uitgedrukt zijn in eenvoudige parkoersen, die eng aan-
sluiten bij het dagelijkse leven en volgens de logica
van de kleine zaadjes.
Het getuigenis van de opvoeders en van de opvoe-
dingsgemeenschap, de vreugdevolle sfeer, het ont-
haal en de familiegeest, het verdedigen en promoten
van de persoonlijke waardigheid worden een eerste
verkondiging en een eerste verwezenlijking van Chris-
tus’ heil en een aanbod van bevrijding en levensvol-
heid.
62 *Akten 407

7.3 Page 63

▲back to top
Die eerste vonk moet vervolgens met geduld en vol-
harding behoed en aangewakkerd worden door
steeds het positieve op te wekken dat in de jongere
aanwezig is, het besef van zijn waardigheid, het ver-
langen zich te herpakken. Heel de gemeenschap
biedt hem eenvoudige maar kwalitatieve religieuze
ervaringen aan zoals gebedsmomenten en vieringen,
die hem helpen om zich open te stellen voor de aan-
wezigheid van en een persoonlijke relatie met God.
Vertrekkend van die ervaringen zal de christen ge-
meenschap met respect maar ook met vreugde de
persoon Jezus Christus kunnen aankondigen.
4.5 Onze aanwezigheden herdefiniëren om ze beteke-
nisvoller te maken d.w.z. “nieuwe aanwezigheden”
De grondige vernieuwing van de jeugdpastoraal om
beter te beantwoorden aan de noden en verlangens van
de jongeren, vereist als onmisbare voorwaarde een gron-
dige herziening van de finaliteit, de organisatie en het
management van onze werken. Daarom werden wij in de
congregatie sinds jaren uitgenodigd om de aanwezighe-
den te herdimensioneren, te transformeren en ze beteke-
nisvoller te maken; ze open te stellen voor nieuwe grens-
gebieden, door de aanwezigheden “nieuw” te maken en
ze als nieuw te promoten.(53)
Onze institutionele werken die we hebben, nieuw ma-
ken, scholen, centra voor beroepsvorming, parochies,
oratorio’s en jeugdcentra, universitaire residenties, enz…
vragen dat we de taak van de salesiaanse gemeenschap
niet zozeer op het management en de organisatie van
het werk centreren, maar eerder op de begeleiding en
vorming van de opvoeders en de jongeren, door direct
aanwezig te zijn in hun midden bij de animatie op een ge-
leidelijk parkoers van opvoeding en evangelisatie tot en
met het voorstel van een christelijk geëngageerd leven in
het betrokken zijn bij een grote beweging van mensen
rond een open en samen besproken salesiaans pedago-
Akten 407 * 63

7.4 Page 64

▲back to top
gisch-pastoraal project. Het gaat er ook om een bevoor-
rechte en besliste aandacht te hebben voor de risicojon-
geren door moedig en creatief de nodige opties aan te
nemen; het gaat ook om het promoten van initiatieven
en projecten die het grootst mogelijke aantal individuen
en instellingen betrekken bij de dienst van opvoeding en
evangelisatie van de jongeren, door te werken op het net
en in verbondenheid met de maatschappij en de Kerk.
Het volstaat niet de reeds bestaande aanwezigheden
te vernieuwen. Vaak is het ook nodig dat wij ons engage-
ren om nieuwe soorten aanwezigheden te creëren, met
degelijke voorstellen voor de evangelisatie en de geloofs-
opvoeding, de salesiaanse vorming van de medewerkers
met werkgroepen die de salesiaanse huizen voor spirituali-
teit, de catechesecentra, de centra voor vorming van de
leken medewerkers animeren; aanwezigheden voor ani-
matie en expliciet roepingenaanbod, animatie en bege-
leiding van de jeugdverenigingen voor evangelisatie en
engagement, en van het vrijwilligerswerk, enz. ….
Om het engagement te vergemakkelijken van het be-
tekenisvoller en efficiënter maken van de salesiaanse
aanwezigheid in een territorium, van het beter coördine-
ren van de verschillende soorten salesiaanse aanwezig-
heden daarin, het bevorderen van het herplaatsen en
herdefiniëren van de werken, had het 25ste AK aan iede-
re provincie gevraagd een Provinciaal beheersproject
(PBP) op te maken dat de criteria, de condities en de
concrete noodzakelijke eisen bood om die doelstelling te
bereiken.(54) De weg werd aangevat, maar moet nog
voortgezet worden door middel van constante verificatie
en vernieuwing van het PBP.
64 *Akten 407

7.5 Page 65

▲back to top
4.6 Een pastorale animatie die steeds meer samenhan-
gend en gecoördineerd is tussen de diverse dicaste-
ries, in het bijzonder de dicasteries voor de salesiaan-
se zending: de jeugdpastoraal, de sociale communi-
catie en de missies
De animatie van de jeugdpastoraal is steeds com-
plexer geworden: de sectoren of contexten werden talrij-
ker, met nieuwe aspecten die moeten georganiseerd en
gecoördineerd worden. Enkele van die aspecten zijn
nauw verbonden met andere die door de constituties
aan andere dicasteries toevertrouwd werden, bijvoor-
beeld het vrijwilligerswerk met zijn diverse soorten heeft
een specifieke en concrete relatie met de missies, wan-
neer het gaat over missionair vrijwilligerswerk; de parochie
die in missiegebieden aan de salesianen toevertrouwd is,
neemt ook de dynamiek aan die eigen is aan de missie-
posten, die begeleid worden door het dicasterie voor de
missies; behalve de animatie van de specifieke aspecten
van de sociale communicatiemiddelen en de onderne-
mingen promoot het dicasterie voor de sociale commu-
nicatie de vorming van de opvoeders om milieus te kun-
nen creëren rijk aan relaties en in de communicatie; dat
aspect is nauw verbonden met de jeugdpastoraal die de
opvoedingsgemeenschap animeert, het fundamentele
subject van de opvoeding en de evangelisatie; de pasto-
rale vorming van de salesianen en van de leken moet
verzekerd worden in nauwe verbondenheid en samen-
werking tussen de het dicasterie voor de vorming en het
dicasterie voor de jeugdpastoraal…. Dat is ook zo voor
andere gebieden die steeds meer van elkaar afhankelijk
worden en die verschillende dicasteries aanbelangen,
zodat hun animatie niet door één enkel dicasterie onaf-
hankelijk van de andere gerealiseerd wordt.
Geconfronteerd met die realiteit heeft het 26ste AK
aan de algemene overste en zijn raad gevraagd dat er in
de volgende zesjarige periode werk zou gemaakt worden
Akten 407 * 65

7.6 Page 66

▲back to top
van een meer gerichte samenwerking tussen de drie di-
casteries van de salesiaanse zending (jeugdpastoraal, so-
ciale communicatie en missies) zodat, met behoud van
de praktische eenheid van de jeugdpastoraal, die samen
besproken sectoren verrijkt worden met de bijdrage van
de drie dicasteries, die op een directe wijze de comple-
mentaire aspecten van de salesiaanse zending animeren.
De opvoeding en evangelisatie van de jongeren, vooral
van de armere en van de volksklassen, in een cultuur die
grondig door de sociale communicatie mee bepaald
wordt en steeds meer geseculariseerd is, vragen een dui-
delijk missionaire ingesteldheid waarbij prioriteit gegeven
wordt aan de eerste verkondiging van het evangelie.
Die aanduiding van het 26ste AK wordt niet beperkt tot
een organisatorisch voorstel, maar impliceert een brede-
re, integrale visie, die samengesteld is uit enkele essentiële
aspecten van de salesiaanse zending die aan die dicas-
teries is toevertrouwd. De jeugdpastoraal moet steeds
meer missionair zijn, d.w.z. de karakteristieken en krachtlij-
nen aannemen van de missionaire actie, door met een
speciale aandacht te zorgen voor een aanwakkeren van
de religieuze dimensie in de jongeren, die ondergedom-
peld leven in een geseculariseerd milieu, en dat door prio-
riteit te verlenen aan de eerste verkondiging van Jezus
Christus en de dialoog met andere godsdiensten te verze-
keren. De jeugdpastoraal moet ook meer de nieuwe cul-
tuur van de sociale communicatie aannemen, die een
actieve levensstijl creëert, een geheel van waarden die
het milieu kenmerken, vooral het jongerenmilieu, waarin
de jeugdpastoraal haar opvoedende en evangeliserende
taak verricht.
De salesiaan moet dus als opvoeder en herder van
de hedendaagse jongeren veel aspecten aannemen van
de missionaris en de communicator; de opvoedingsge-
meenschap moet een centrum worden dat de commu-
nicatie promoot met sterke humane en christelijke inslag;
het salesiaanse pedagogisch-pastorale aanbod moet ze-
kerheid verschaffen voor de aanwezigheid en de aan-
66 *Akten 407

7.7 Page 67

▲back to top
groei van de missionaire dimensie en voor de dynamiek
en de waarden van de wereld van de communicatie. De
salesiaanse jeugdpastoraal, de sociale communicatie en
de missionaire animatie zijn aspecten die op een organi-
sche wijze de integrale realisatie van de salesiaanse zen-
ding bewerken.
BESLUIT
Beste medebroeders, ik heb jullie deze brief willen toe-
sturen op de 4de zondag van Pasen, door de Kerk aan
Christus, de Goede Herder, gewijd precies om van Hem te
leren hoe Hij onze geliefde vader Don Bosco zo heeft we-
ten te vormen dat hij zich geroepen voelde tot de zen-
ding om zelf een goede herder te zijn voor de jongeren.
Moge Maria, zijn moeder en meesteres, ook aan ons
zoals aan hem, het arbeidsveld aanduiden en de te vol-
brengen zending, en de methode om ze te realiseren.
Genegen in Don Bosco
Don Pascual Chávez Villanueva
Algemeen Overste
1 Akten van het 19 AK: “De structuren van de congregatie” AAR
244, januari 1966, pp. 17-47 (in de It. Editie).
2 “Het algemeen kapittel heeft het nuttig geacht aan één raadslid
heel de jeugd- en parochiepastoraal toe te vertrouwen wegens hun
nauwe betrekkingen… Het raadslid zal zorgen voor de algemene
godsdienstige, morele en intellectuele vorming in alle salesiaanse
huizen (oratorio’s, kostscholen, externaten, pensionaten, jeugd-
centra, clubs, compagnieën, diverse jeugdverenigingen), behalve
de competenties van de provinciaals en de medewerking van het
raadslid belast met de groep provincies, betreffende de strikt loka-
le delen van organisatorische, technische, scholastieke, professio-
nele aard… enz.” Idem, p. 24.
3 19 AK “Jeugdpastoraal”, AAR 244, januari 1966, p. 103 (in de
It. editie).
4 Idem, p. 125.
Akten 407 * 67

7.8 Page 68

▲back to top
5 20 AK, nr. 180.
6 Cf. 20 AK, nrs. 360-365.
7 “De salesiaanse zending heeft op verschillende plaatsen de
nieuwe aanwezigheid niet weten te vinden, vereist in een wereld
die aan het veranderen was. Veel van het 19 AK is theorie geble-
ven” (20 AK, nr. 393).
8 Constituties van de Sociëteit van de heilige Franciscus van Sales.
Ed. 1972. C 137. 140.
9 21 AK cf. nr. 14.80 e.v.; cf. nr. 105 (provinciaal pedagogisch
project); vervolgens voor de verschillende werken: nr. 127 (orato-
rio); nr. 132. 134 (school); nr. 140 (parochie).
10 Idem, cf. nr. 4. 14.
11 Idem, cf. nr. 63-68. 79.
12 Cf. Constituties art. 47; Reglement Art. 4 & 5.
13 Cf. De documenten uitgewerkt door het dicasterie voor de
jeugdpastoraal tijdens de jaren 1979-1988. De lijst bevindt zich in
La pastorale giovanile salesiana. Quadro di riferimento fondamen-
tale. Seconda edizione. Roma 2000, pag. 13-14.
14 Zie als eindsynthese het boek DICASTERO PER LA PASTORALE
GIOVANILE. Pastorale giovanile salesiana. Roma. 1993. Daarin zijn
de basiselementen van de salesiaanse jeugdpastoraal verzameld in
projecten vergezeld van een korte commentaar.
15 Cf. “La Società di san Francesco di sales nel sessennio 1984-
1990” Rapport van de algemeen overste. (23 AK), nr 180.
16 Cf. 23 AK, nrs 120-157.
17 Cf. 23 AK nrs. 161 e.v.
18 Cf. 23 AK, nrs 232-238.
19 Cf. 23 AK, nrs. 239-246.
20 Cf. 23 AK, nrs. 247-253.
21 Cf. 23 AK, nrs. 254-260.
22 24 AK, nr. 231.
23 Cf. 24 AK, nrs. 149-161.
24 Cf. PASCUAL CHÁVEZ; Insieme per i giovani dell’ Europa [Sa-
men voor de jongeren van Europa]. Intervento finale del Rettor
Maggiore nell’incontro degli Ispettori dell’ Europa, 5 dicembre
2004. ACG 388, gennaio-marzo 2005, pag. 113-115.
25 Cf. EGIDIO VIGANÒ. “La nuova evangelizzazione” [De nieuwe
evangelisatie] AAR 331, okt-dec.1991.
26 Cf. EGIDIO VIGANÒ. “Nieuwe opvoeding AAR 337, juli-sept.
1991.
27 Cf. EGIDIO VIGANÒ. Chiamati alla libertà. Riscopriamo il Siste-
ma Preventivo educando i giovani ai valori. Commentaar op de
jaarspreuk 1995. Rome. FMA. Pag 9-12.
28 “In het bijzonder bestaat haar specifieke taak in het getuigenis
van Gods primaatschap en van de totale zelfgave aan de evangeli-
68 *Akten 407

7.9 Page 69

▲back to top
serende opvoeding door middel van de roepingenfiguren van de
salesiaanse priester en de salesiaanse coadjuteur; de charismati-
sche identiteit waarborgen; centrum zijn van verbondenheid en
deelname; de leken uitnodigen en aansporen om deel te nemen
aan de geest en zending van Don Bosco; de spirituele, salesiaanse
vorming en de roepingenopleiding bevorderen” (24 AK, nr. 159
29 Cf. 21 AK, nr. 105.
30 Algemeen Reglement, art. 4.
31 Cf. “La Società di San Francesco di sales nel sessennio 1978-
1983 ». Rapport van de algemeen overste (aan het 22 AK), nr.
184.
32 Cf. 23 AK, nrs. 243-246.
33 Cf. DICASTERO PER LA PASTORALE GIOVANILE; La pastorale
giovanile salesiana. Quadro di riferimento fondamentale. Seconda
edizione. Roma 2000.
34 25 AK, nr. 191.
35 25 AK, nr. 7; cf ook nr. 192.
36 Cf. 24 AK, nr. 159.
37 Cf. DICASTERO PER LA PASTORALE GIOVANILE; La Pastorale
Giovanile Salesiana. Quadro di riferimento fondamentale. Seconda
edizione, Roma 2000, pag. 63-64.
38 De aantallen die gegeven worden in deze en de andere afdelin-
gen van dit deel komen uit Dati statistici. Allegato alla Relazione
del Rettor maggiore. 26AK. Rome 2008.
39 Cf. 23 AK, nr. 204.
40 Cf. Conclusioni dell’Incontro sugli Uffici di pianificazione e di svi-
luppo. Roma, Casa Generalizia, 2005.
41 Cf. 24 AK, nr. 26.
42 26 AK, “Dringende noodzaak om te evangeliseren”, nr. 27
43 Cf. Slotrede van de algemeen overste op het 26 AK: de sleutel
om het kapitteldocument te lezen: “Het hart van de medebroeders
terug warm maken”.
44 26 AK “Dringende noodzaak van de evangelisatie”. Actierichtlijn
5, nr. 36.
45 26 AK “Dringende noodzaak van de evangelisatie” Cf. Actie-
richtlijn 6, nr. 41.
46 26 AK , “Necessità di convocare” [noodzakelijk]heid van het op-
roepen] nr. 53.
47 26 AK “Noodzakelijkheid van het oproepen”, Cf. nr. 60.
48 26 AK “ Noodzakelijkheid van het oproepen”, Actiepunt 9, cf.
nrs. 65-67.
49 26 AK, “Noodzakelijkheid van het oproepen”. Actiepunt 8, cf.
nrs. 61-64. Actiepunt 10, cf. nrs. 69-73
Akten 407 * 69

7.10 Page 70

▲back to top
50 26 AK “Evangelische armoede” Cf. nr. 82. Nieuwe horizonten”.
Cf. nr. 101.
51 Cf. J.E.VECCHI, “Hij had medelijden met hen”. AAR 359, p. 33.
52 26 AK, “Nieuwe horizonten”. Actiepunt 15; Cf. nrs. 105-107.
53 Cf. Bij voorbeeld 26 AK, “Nieuwe grensgebieden”, nr. 100; Slot-
woorden van de algemeen overste op de bijeenkomst van de pro-
vinciaals van Europa, 5 december 2004. AAR 388, 5.2.
54 Cf. 25 AK, nrs. 82-84. en ook 26AK, “Nieuwe grensgebieden”,
nr.113.
70 *Akten 407