assistentie%2C vragenlijst voor een groepsgresprek rond assistentie


assistentie%2C vragenlijst voor een groepsgresprek rond assistentie



1 Page 1

▲back to top


In dialoog met Don Bosco
een opvoedingsproject
Implementatie op de werkvloer
Een assisterende opvoedingsstijl
Spel en vragenlijst voor een groepsgesprek over assistentie in de praktijk
samen
DON BOSCO
zijn plaats
geven

2 Page 2

▲back to top


Doel
• Met elkaar in gesprek gaan omtrent zijn/haar ervaringen met assistentie.
Spelleider
• Staat in voor het goede verloop van het gesprek.
• Bewaakt het perspectief van de vormingsdag: nieuwe personeelsleden doorheen reflectie
op hun praktijk, gesprek met elkaar en geïnspireerd door de inzichten uit de sketches
meer vertrouwd maken met de praktijk van assistentie.
• Enkele belangrijke aandachtspunten:
< dat alle deelnemers aan bod komen
< de klemtoon ligt op het gesprek, niet op het zich vlug afmaken van de vragen
< dat assistentie niet enkel op de speelplaats en in de vrije momenten gebeurt
< dat al het materiaal terug bij de verantwoordelijke komt.
Spelverloop
• Iedere groep beschikt over een pakket met 27 vragen.
• Bij het begin van het spel trekt iedere deelnemer drie vragen uit de stapel.
• Na lezing mag hij er twee terug steken. Hij bewaart de vraag waarop hij het liefst zou
antwoorden of waarover hij het liefst de mening van anderen eens zou horen.
• Zo krijgen alle deelnemers de kans een vraag te selecteren.
• De vraag wordt beantwoord door de speler. De anderen mogen vragen stellen ter
verduidelijking of aanvullende ideeën verwoorden. De speler mag ook een andere
speler(s) uitnodigen om zo tot gesprek te komen over het onderwerp.
• Heeft iedere deelnemer zijn vraag beantwoord, dan kan met een tweede ronde gestart
worden.
• In een tweede ronde mag je de vraag die je getrokken hebt ook doorspelen naar iemand
anders in plaats van ze zelf te beantwoorden.
• Het spel wordt gespeeld tot de voorziene tijd voorbij is.

3 Page 3

▲back to top


Gespreksvragen
Blik eens terug op de voorbije periode dat je in een Don Boscoschool werkzaam was.
Wanneer had je echt het gevoel aan assistentie te doen? Illustreer.
• Welke tips van ervaren collega’s hebben je geholpen om assistentie op te nemen.
• Assistentie wordt gemakkelijk geassocieerd met de speelplaats. Kan je ook voorbeelden
geven van hoe je assisterend kan lesgeven? Welke ervaringen heb je hiermee?
• Heb je al mogen ervaren dat een assisterende aanpak een meerwaarde inhoudt voor de
leerlingen en voor jou als leerkracht? Illustreer.
• Heeft jouw school een ‘assistentiebeleid’? Kan je de krachtlijnen daarvan samenvatten?
• Verduidelijk: ‘Assistentie is meer dan toezicht houden.’
• Sta eens een ogenblik stil bij je praktijk als leerkracht/opvoeder. Hoe zou jij in je eigen
woorden ‘assistentie’ omschrijven?
• Wat vind je van de uitspraak ‘Assistentie is ruimer dan wat je al dan niet doet in
aanwezigheid van de leerlingen’?
• Kan ‘lesvoorbereiding’ een vorm van assistentie zijn?
• Kan je bij het niet naleven van afspraken nog een assisterende stijl hanteren?
Illustreer je visie met concrete voorbeelden.
• ‘Jongeren zijn seismografen die volwassenen appelleren en aansporen om niet in een
verstard denken te blijven hangen.’ (Opvoedingsproject p. 52) Heb je je eigen opvattin-
gen, waardepatroon, overtuiging, ... al eens in vraag gesteld na een confrontatie met
jongeren?
• Opvoeden als voordoen-in-dialoog vraagt dat je voor je opvattingen, waardepatroon,
zingevingskader, ... uitkomt. Durf je dit? Wat maakt dit (on)mogelijk?
Zijn er in jouw ogen grenzen aan assistentie? Welke? Hoe hanteer je die?
• Het opvoedingsproject beklemtoont dat opvoeden vooral gebeurt in het dagelijkse
omgaan met elkaar. Kan je dit concreet illustreren?
• Waar sluit ‘assistentie’ al dan niet aan bij de leerinhouden die je meekreeg tijdens je
opleiding?
• Welke factoren helpen je om met jongeren in gesprek te gaan?
• Welke eigenschappen van de leerkracht/opvoeder zijn belangrijk bij een kwalitatieve
aanwezigheid?
• Wat betekent ‘authenticiteit’ voor jou? En welke mogelijkheden worden er in de
opvoedingscontext door gecreëerd?
• Blik eens terug op de voorbije week en illustreer uit je praktijk het belang van
aanspreekbaar en beschikbaar te zijn.
• Kan je voorbeelden geven van het belang van vertrouwen in het kader van de relatie
leerkracht leerlingen? Hoe ga je ermee om als het vertrouwen in jouw relatie met de
jongeren wordt geschonden?
• Vind je het gemakkelijk om aanknopingspunten te vinden in de leefwereld van de
jongeren?
• Hoe ga je ermee om wanneer jongeren je afwijzen?
• Blik eens terug naar de momenten dat je speels met de jongeren bent omgegaan.
Wat heeft dit (on)mogelijk gemaakt?

4 Page 4

▲back to top


• Het opvoedingsproject verwacht van jou een ‘onvoorwaardelijke keuze voor jongeren’.
Wat betekent dit voor jou?
• Wat versta jij onder een ‘hartelijke omgang’ met je leerlingen? Hoe kan je het
vertrouwen winnen van de jongere waarmee je moet werken?
• ‘Jongeren hebben een stootblok nodig waarmee zij in gesprek kunnen treden. Ze moeten
als het ware een horizon hebben waartegen ze zichzelf kunnen plaatsen. Die confrontatie
stelt hen in staat hun eigen denken verder te ontwikkelen en al doende hun identiteit
verder vorm te geven.’ (Opvoedingsproject p. 53) Hoe hanteer je het element confrontatie
in het opvoeden van jongeren?
• Redelijkheid en hartelijkheid, emotionaliteit en rationaliteit, nabijheid en afstand, hoe
hanteer je deze spanningsvelden in je opvoedingswerk?